Bloemen wint 10.000m, weer geen goud Kramer

Olga Kroeders

Ted-Jan Bloemen is de nieuwe olympisch kampioen op de 10.000 meter. De Nederlandse Canadees, wereldrecordhouder op de 5.000 en de 10.000 meter, reed de winnende tijd van 12.39,77, een nieuw olympisch record. Jorrit Bergsma, de kampioen van vier jaar geleden, werd met 12,41,99 tweede. De Italiaan Tumolero werd derde. Na de  foute wissel acht jaar geleden en het zilver in Sochi in 2014 slaagde Sven Kramer er weer niet in om goud te pakken. De olympisch kampioen op de 5.000 meter werd zesde.

De snelste na drie ritten was de Koreaan Lee Seun-Hoon met 12.55,54. De olympisch kampioen van acht jaar geleden reed daarmee een nieuw persoonlijk record.

Jorrit Bergsma moest het in de vierde rit opnemen tegen de Italiaan Ghiotto. De olympisch kampioen van  Sochi begon goed en had veel aan zijn tegenstander. Beiden waren ook sneller dan Lee. Na 3.200 meter nam hij afstand van Ghiotto. Hij bleef rondjes van gemiddeld 30,4 rijden. Met acht ronden te gaan begon hij te versnellen en een ronde later reed hij zijn eerste 29er. Vervolgens zette Bergsma zijn tegenstander op een ronde. Uiteindelijk zette hij 12,41,99, een nieuw olympisch en baanrecord.

Ted-Jan Bloemen trad in de eennalaatste rit aan tegen de Italiaan Tumolero. Bloemen ging hard van start en reed  al vrij rap weg bij Tumolero. Hij reed rondjes van zo'n 30,3 wat onder het baanrecord lag. Dat schema moest hij uiteindelijk loslaten en ook het verschil met Bergsma werd langzaam kleiner. Toch wist hij de Nederlander voor te blijven met 12.39,77, een nieuw olympisch record.

De laatste rit ging tussen Sven Kramer en Patrick Beckert. Kramer opende voorzichtig en moest hierdoor tijd goedmaken. Net als Bergsma en Bloemen had de Fries weinig aan zijn tegenstander. Zijn rondetijden waren echter langzamer dan Bloemen en Bergsma. Op bijna 5.000 meter was Kramer twee seconden langzamer dan Bloemen. Hij ging vervolgens al de 31-laag in en was nu ook langzamer dan Bergsma. De Fries wist niet meer te versnellen en zijn tijd van 13.01,02 was slechts de zesde tijd.