'Wielrenners verliezen tijd door motoren'

heywoodu

Het is een veelvoorkomende discussie in het wielrennen: de invloed van motoren die voor de renners uit rijden. Het gebeurt meer dan eens dat een motor veel te dicht voor de renners rijdt, waardoor de een wel en de ander geen voordeel zou hebben.

Rijden in de slipstream kan voordeel opleveren, maar uit onderzoek van hoogleraar bouwfysica Bert Blocken van de TU in Eindhoven blijkt dat motoren ook nog een ander effect hebben. In de Nationale Wetenschapsquiz van dinsdag werd dat toegelicht.

Een van de vragen ging erover wanneer een renner snelheid verliest: als een motor voor, naast of achter hem rijdt. Met behulp van simulaties en windtunneltesten ontdekte men onlangs het juiste antwoord: als een motor met bijrijder naast een wielrenner rijdt, remt dat de renner af, ontdekte Blocken.

"Door de aanwezigheid van de motor heeft de renner te maken met extra luchtweerstand", legt Blocken uit. "Als een motor in een tijdrit twee kilometer lang naast een renner blijft rijden, kan dit zeker een tiental seconden kosten." LottoNL-Jumbo's tijdritcoach Mathieu Heijboer is onder de indruk: "Het gaat om seconden in tijdritten, dus een motor kan het verschil betekenen tussen winst en verlies. Het toont maar weer aan hoe belangrijk het is dat de regels voor motoren in het wielrennen worden gehandhaafd."

Een verrassende uitkomst is het overigens niet echt. Zo wordt dit principe in de Amerikaanse NASCAR-races veel gebruikt door de coureurs, die vooral op de hogesnelheidsbanen elke centimeter nauwkeurig gebruiken om de aerodynamische krachten op de auto's van de tegenstanders te beïnvloeden. Zo rijdt men bijvoorbeeld schuin achter een concurrent, om deze zo - door diens verminderde snelheid - in te kunnen halen.