Minder jongeren hebben jeugdhulp nodig

Monique Verlind (DJMO)

In het eerste half jaar van 2017 ontvingen ruim 311.000 jongeren tot 23 jaar jeugdhulp. 29 procent van hen had in de afgelopen vijf jaar al eerder hulp gekregen. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS. Het aantal jongeren dat jeugdhulp ontving is wel gedaald ten opzichte van 2016: toen stonden er 314.000 jongeren geregistreerd. Het gaat hierbij om hulp aan jongeren en hun ouders bij psychische problemen, een verstandelijke beperking of opvoedproblemen.

Demografische verschillen
Het verschil in ‘herhaalde jeugdhulp’ binnen de verschillende gemeenten is groot: van de 150.000 hulptrajecten die tussen 1 januari en 31 juni zijn gestart waren 43.500 jongeren eerder in aanraking gekomen met een vorm van jeugdhulp. Hierbij is teruggekeken naar de afgelopen vijf jaar. In Zuid-Limburg zijn er bijvoorbeeld gemeenten waarbij in meer dan 40% van de nieuwe trajecten, de jongere in de afgelopen vijf jaar al eerder in aanraking was geweest met een vorm van jeugdhulp. In gemeenten in Midden-Limburg lag dat percentage op minder dan 20%.

Over het algemeen wordt de meeste jeugdhulp aan huis verleend. Soms wordt de hulp ook verleend bij de jeugdhulpaanbieder. Men spreekt dan van hulp met verblijf. In het eerste half jaar van 2017 werden bijna 12.000 jongeren begeleid via een traject hulp met verblijf. Van die 12.000 jongeren was 21% al eens eerder in aanraking geweest met jeugdhulp. Van de 139.000 jongeren die thuis behandeld werden had 30% al eens eerder hulp ontvangen.

Jongens en basisschoolleerlingen
In de eerste helft van 2017 ontvingen veel meer jongens dan meisjes jeugdhulp. Dit gold zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In totaal kregen 181.000 jongens tegenover slechts 130.000 meisjes jeugdhulp. Ongeveer de helft van alle jongeren met jeugdhulp was tussen de 4 en 11 jaar oud: 152.000 in het eerste halfjaar van 2017.

Dat komt overeen met 10,3 procent van alle kinderen in Nederland in deze leeftijdsklasse. Bij de jongste kinderen tot en met drie jaar lag dit aandeel met 2,6 procent flink lager. Bij de 12- tot en met 17-jarigen was het aandeel jongeren met jeugdhulp 10,6 procent en bij jongeren vanaf 18 jaar kwam jeugdhulp in veel mindere mate voor: slechts 1 procent. Over alle leeftijdsklassen tezamen was het aandeel jongeren met jeugdhulp 7 procent. 

Migratieachtergrond
In de eerste zes maanden van 2017 ontvingen bijna 53.000  jongeren met een nietwesterse migratieachtergrond jeugdhulp. Dit komt overeen met 6,8 procent van alle jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond in Nederland. Bij jongeren met een westerse migratieachtergrond is dit aandeel 6,3 procent. Deze percentages zijn beide lager dan bij de jongeren met een Nederlandse achtergrond. Ruim 7,1 procent van hen ontving jeugdhulp.

Het CBS gaat in dit bericht alleen uit van de cijfers die bekend zijn over hulp in natura. Jongeren die jeugdhulp ontvangen via een PGB (persoonsgebonden budget) zijn niet meegeteld in de statistieken. In het eerste half jaar van 2017 ontvingen zo’n 9.000 jongeren jeugdhulp die volledig via het PGB betaald werd.

Minder jongeren hebben jeugdhulp nodig  (Foto: Centraal bureau voor de Statistiek)
Minder jongeren hebben jeugdhulp nodig (Foto: Centraal bureau voor de Statistiek)Minder jongeren hebben jeugdhulp nodig  (Foto: Centraal bureau voor de Statistiek)
Minder jongeren hebben jeugdhulp nodig (Foto: Centraal bureau voor de Statistiek)