Vuelta: Etappe 4 - Sprinten met een chaotische finale

Redactie

We zijn amper drie dagen onderweg en de grote favoriet voor eindwinst heeft de leiderstrui al veroverd. Chris Froome wil het ondoenbare doen, de Tour en de Vuelta achter elkaar winnen. Voorlopig is hij goed onderweg.

De derde rit van de Vuelta was vermakelijk. De hele dag werd er een strak tempo gereden door Quick Step, waardoor de kopgroep nooit voldoende ruimte kreeg. Eenmaal in Andorra moest er serieus beklommen worden en dat is voor Sky altijd het teken om op kop van het peloton te gaan rijden. De knechten van Froome wisten het peloton aardig uit te dunnen, hoewel hun werk richting de top en in de afdaling naar de laatste klim werd overgenomen door Team Emirates, Joost mag weten waarom. De koplopers waren tegen die tijd al teruggehaald en dus zou het een strijd worden tussen de klassementsrenners.

Het laatste klimmetje van de dag was kort, maar krachtig. Sky had het parcours goed bestudeerd en besloot er aan de voet van de klim een sprintje uit de persen dat sterk deed denken aan US Postal aan de voet van de Alpe d'Huez in 2003. Gelijk ontstonden er gaten in het peloton en er bleef maar een select groepje vooraan over. Grootste slachtoffer was Alberto Contador. Hij kon totaal niet mee en speelt nu al geen rol meer in het klassement. Hij zal snel moeten herbronnen, anders wordt het een treurig einde van een imposante carrière.

Vooraan besloot Froome na het werk van zijn knechten aan te vallen en alleen Chaves kon met hem mee. Opvallend, want een paar weken geleden werd Chaves nog door iedereen gelost tijdens de Tour. Aru en Bardet hadden wat meer moeite om te volgen, maar wisten in de afdaling terug aan te sluiten. Even later, net voor het einde van de rit, wisten nog meer renners aan te sluiten. Een groepje met De la Cruz en Nibali reed naar Froome en co toe, wat een chaotische sprint opleverde.

Niemand was in staat die sprint te controleren en dus zou degene met de perfect getimede aanval winnen. Dat was Nibali, die op het eind nog meer in de benen had dan Aru. De Italiaanse kampioen probeerde praktisch op hetzelfde moment aan te vallen, maar kwam niet vooruit, iets wat Nibali wel lukte. Hij voegt een mooie overwinning aan zijn uitgebreide palmares toe, maar het is alsnog een veeg teken dat hij Froome niet kon volgen bergop.

Op basis van dit korte klimmetje lijkt alleen Chaves een bedreiging voor Froome. Kan ook zo zijn dat bepaalde jongens nog even moeten warmdraaien, daar gaan we over een aantal dagen achterkomen. Na deze onderhoudende rit krijgen we namelijk eerst een wat makkelijkere rit. We gaan nu echt naar Spanje, naar Tarragona. Een behoorlijk vlakke rit, het heeft er alle schijn van dat we een nieuwe massasprint gaan krijgen.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
Net buiten de finishplaats van de vorige rit gaan we van start in Escaldes-Engordany, een voorstad van Andorra la Vella. In de absolute slotfase van de vorige rit reden de renners ook al even door Escaldes, maar dat ging met zo'n rotvaart dat ze daar niet veel van zullen hebben gemerkt. Escaldes-Engordany is een stad met 16.000 inwoners, waar je meerdere thermen tegenkomt. De bekendste daarvan zijn de thermen van Caldea. Deze zitten in een enorm futuristisch gebouw, dat qua stijl niet echt bij de rest van de stad of überhaupt Andorra past.

Op de thermen na is er hier niet veel te beleven. Hoewel er wel jaarlijks een muziekfestival is, waar men zich vooral richt op jazz. Grote namen als Miles Davis, Fats Domino en BB King hebben hier ooit opgetreden, volgens de overlevering. Escaldes ligt aan de hoofdweg van Andorra en dus komt de plaats tijdens iedere rit in Andorra wel een keer voorbij.

Meestal start er ook nog eens een rit, zoals tijdens de Tour van 2016. Nadat de negende etappe met aankomst boven op Arcalis werd gewonnen door Tom Dumoulin, zou er een rustdag zijn in Escaldes-Engordany en de dag na de rustdag vertrok hier ook nog eens een rit, met aankomst in Revel. Die rit werd gewonnen door Michael Matthews. Ook in de Vuelta van 2015 was er een vertrek vanuit Escaldes-Engordany. Toen gingen we niet naar Tarragona, maar naar Lleida. Danny van Poppel zou die etappe winnen, toen dachten we nog dat hij een goede renner ging worden.

Escaldes-Engordany is dus een soort van kuuroord, dankzij de thermen. Voor toeristen bovendien geschikt omdat je hier net als in de hoofdstad even verderop prima kunt winkelen. Ook heb je er nog een leuk parkje in de buurt van het futuristische Caldea. Hier start de koers.

De thermen van Caldea (Foto: Panoramio)
De thermen van Caldea (Foto: Panoramio)

De route
Na de start rijden de renners via Andorra la Vella richting Spanje. Ze volgen een bekende weg, de weg naar La Seu d'Urgell. Tijdens de vorige rit reden ze dit stuk in omgekeerde richting, toen liep het licht omhoog, nu gaat het vanzelfsprekend licht naar beneden. Goede en brede wegen in Andorra in het begin van de rit, want na La Seu d'Urgell blijven de renners naar het zuiden rijden over dezelfde weg door de vallei. Het gaat grotendeels rechtdoor en je kan met de beste wil van deze wereld niets boeiends melden over dit deel van de rit.

Pas in de buurt van Organyá, na een kilometer of 30, wordt het een beetje interessant. De coureurs rijden dan tussen een aantal bergen door, met de nodige imposante rotspartijen langs de kant van de weg. Dit deel van de rit wordt alleen helemaal niet uitgezonden, dus aan deze informatie hebben we verder weinig. Een aantal kilometer verderop rijdt het peloton door Coll de Nargó, wat geen beklimming is, maar wel een klein dorpje. Dit dorpje kijkt uit over Tossal de Balinyó, een opvallende berg. Voorbij dit dorpje blijft men dezelfde weg volgen, door de vallei van de Segre. Er komen heel wat tunnels voor in dit deel van de rit, met tussen de tunnels door af en toe een prima uitzicht over de omgeving.

Zo komt de koers na 48 kilometer door Oliana, een klein dorpje dat ook de naamgever is van een stuwmeer in de omgeving. We rijden langs dit stuwmeer van Oliana en dat had ook best mooie plaatjes kunnen opleveren, mits het uitgezonden zou worden. Aan het eind van het stuwmeer, bij de dam, wordt er een aantal kilometer licht gedaald richting Oliana. De weg is nog steeds hetzelfde, breed met behoorlijk goed asfalt, dus dit blijft allemaal zeer eenvoudig. Na Oliana wordt de weg ook steeds rechter, terwijl het peloton richting het volgende stuwmeer rijdt, dat van Rialb.

Mooie rotspartijen onderweg (Foto: Panoramio)
Mooie rotspartijen onderweg (Foto: Panoramio)

Tossal de Balinyó, een prima bergje (Foto: Panoramio)
Tossal de Balinyó, een prima bergje (Foto: Panoramio)

Na de Pantà de Rialb trekken we wat meer het binnenland in en daar komen we na een tijd ook het eerste klimmetje van de dag tegen. In de buurt van een klein gehuchtje genaamd Guardiola gaat het drie kilometer omhoog aan 5%, maar daarna wordt het al snel weer vlak en vervolgens wordt er een aantal kilometer in dalende lijn richting Ponts gereden, waar de koers na 73 kilometer passeert. In Ponts slaan de renners linksaf, ze verlaten de vallei van de Segre en komen over een andere weg te rijden. Ook deze weg is breed en behoorlijk recht, maar het asfalt is wel een stuk minder.

Het is ook een weg met iets meer reliëf, zo gaat het in de buurt van Cabanabona een aantal kilometer vals plat omhoog. Acht kilometer loopt het zo nu en dan een beetje omhoog, met vooral veel vlakke stukken tussendoor. Stelt weinig voor, zeker omdat het richting Guissona, waar de koers na 93 kilometer passeert, alweer naar beneden gaat. Het blijft licht glooiend, Spaans vlak, maar de tendens is toch dat het meer naar beneden gaat dan naar boven. Van Guissona gaat het naar Tàrrega, over een weg die bijna 20 kilometer rechtdoor gaat. Na Tàrrega komen de renners op een nog grotere en bredere weg terecht, die zeven kilometer volledig rechtdoor gaat, tot aan de voet van de enige serieuze klim van de dag.

De Alto de Belltall staat op het punt van beginnen, een klim van de derde categorie, die 13 kilometer lang is en 3% gemiddeld. De eerste kilometers van de klim is het zo goed als vlak, pas na het passeren van Ciutadilla begint het ergens op te lijken. Een paar kilometer aan 5%, met zelfs nog een uitschietertje richting 8%. Vervolgens wordt het richting de top niet spannend meer, hooguit 4%, maar vooral veel stroken vals plat. Na 132 kilometer bereiken de renners het hoogste punt van deze alto. Onderweg wordt het dorpje Belltall gepasseerd, een dorpje dat nogal typerend is voor deze streek.

Het voor deze streek typische Belltall (Foto: Panoramio)
Het voor deze streek typische Belltall (Foto: Panoramio)

De klim was 13 kilometer lang en ook de afdaling heeft die lengte. Men rijdt verder over dezelfde brede weg, die ook nog eens behoorlijk recht is. De afdaling is dus behoorlijk eenvoudig, bijna geen lastige bochten en het gaat ook niet direct heel steil naar beneden. Aan het begin van de afdaling gaat het aan 6 à 7% naar beneden, maar door een gebrek aan bochten is dit alsnog geen enkel probleem. Richting het eind van de afdaling, als men bijna door La Guàrdia dels Prats fietst, wordt het steeds vlakker. Na La Guàrdia gaat het verder over brede en behoorlijk rechte wegen, door een redelijk fraaie omgeving.

Men fietst richting Picamoixons, waar na 158 kilometer een passage is. Tussen La Guàrdia en Picamoixons is het zo goed als vlak, maar in de buurt van Picamoixons verlaten we de grote weg en komen we op een wat bochtigere weg terecht, die ook weer wat glooiender is. Van dit redelijk fraaie dorpje rijden we richting Valls, waar de tussensprint is. Vlak voor Valls volgt er nog wel een korte omleiding, de renners rijden de snelweg op en hier loopt de weg iets meer dan twee kilometer aan een procentje of drie omhoog. Na dit stuk in stijgende lijn houdt de snelweg op te bestaan en via een afrit gaat het vervolgens in dalende lijn verder richting Valls, waar na 168 kilometer de tussensprint is. Helaas is Rafael Valls er niet bij, was natuurlijk lachen geweest als hij hier het sprintje voor zijn rekening had genomen. Het is overigens niet echt een mooie stad, vooral heel grijs en saai.

Vanuit Valls gaat het weer een aantal kilometer rechtdoor naar beneden over een rechte en brede weg, die licht naar beneden loopt. Na 173 kilometer, op ongeveer 25 kilometer van de streep, rijdt men door Vallmoll, een klein dorpje waar ze toevallig nog een kasteeltje hebben staan, of in ieder geval een deel van een kasteel.

In Vallmoll stond ooit een mooi kasteel (Foto: Panoramio)
In Vallmoll stond ooit een mooi kasteel (Foto: Panoramio)

In Vallmoll verlaten we de grote weg en gaan we via een wat minder brede weg door de Catalaanse binnenlanden rijden. De omgeving is niet echt spannend en hetzelfde kan gezegd worden over het parcours. Het loopt steeds licht naar beneden, onderweg zijn er wat bochtjes en rotondes, maar verder is er weinig dat het melden waard is. Via dorpjes als La Masó en El Rourell gaat het richting Vilallonga del Camp, een dorpje dat nou ook niet echt de moeite waard is. Van Vilallonga gaat het over een brede weg verder richting La Pobla de Mafumet, dat op 15 kilometer van de streep ligt.

Na La Pobla, een dorpje met vooral veel petrochemische industrie (Iraanse wielrenners vinden dit leuk) blijft men over brede en rechte wegen rijden, hoewel er ondertussen wel steeds meer rotondes langskomen. De finale is behoorlijk technisch. Nadat men op 10 kilometer van de streep door Constantì rijdt, gaat het goed los. Op acht kilometer van de meet rijdt het peloton door een industriegebied aan de rand van Tarragona en hier liggen in een straat van amper een halve kilometer vijf rotondes achter elkaar, dat is ook lekker. Straatje loopt ook nog een klein beetje omhoog, al mag dat geen naam hebben.

Na deze lollige passage wordt het wel even wat makkelijker, het gaat zo goed als rechtdoor tot op vijf kilometer van de streep. We rijden dan Tarragona officieel binnen en krijgen te maken met twee brede rotondes, waarbij de renners rechtdoor gaan. Op iets meer dan vier kilometer van de streep volgt er bij de volgende brede rotonde een bocht naar rechts, waarna het een kilometer rechtdoor gaat. Op iets meer dan drie kilometer van de streep komen ze weer een rotonde tegen, waar ze linksaf slaan. Daarna volgt bijna direct de volgende rotonde, waar ze ook naar links moeten, maar ze volgen de normale rijrichting, waardoor het een lange bocht wordt. Na deze rotonde gaat het tot op een kilometer van de streep zo goed als rechtdoor over een brede weg, hoewel er onderweg nog wel twee rotondes zijn.

Als de renners de laatste kilometer binnenrijden stuiten ze meteen op een rotonde, die ze langs de rechterkant voor driekwart nemen. Direct na de rotonde is er een bocht naar rechts, waarna er op ongeveer 400 meter van de streep een bocht naar links is. Vrij snel na die bocht is er nog een rotonde en daarna is er een bocht naar rechts, waarna men het voormalige terrein van de lokale atletiekclub opfietst. Hier gaat het nog 200 meter rechtdoor en dan ligt daar ergens de finish. Ook in Spanje kunnen ze debiele finishes verzinnen, jawel. Dit wordt weer hilarisch. Weggetje schijnt ook nog heel licht omhoog te lopen, maar dat is met het blote oog niet te zien.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
We zijn in Tarragona, een Catalaanse kustplaats met 132.000 inwoners. Het is een oude Romeinse havenstad, gelegen op een heuvel en uitkijkend over de Middellandse Zee. Dat is dan ook meteen de reden dat we weer eens in Tarragona zijn, want in 2018 worden hier de Middellandse Zeespelen gehouden. Ja, dat bestaat. Zou oorspronkelijk dit jaar zijn, maar Spanje zou Spanje niet zijn als ze weer eens financiële problemen hadden, daarom is de start maar een jaar uitgesteld.

Enfin, wel extra tijd om er nog wat reclame te maken, bijvoorbeeld via de Vuelta. We finishen dan ook niet voor niets bij wat voorheen de lokale atletiekclub was. Dit terrein heeft een grondige renovatie gehad en vormt het epicentrum van deze Middellandse Zeespelen in 2018. De Anella Mediterránea, oftewel de Mediterraanse ring. De Ronde van Spanje is hier al 12 keer geweest, voor het laatst in 2013. Toen kregen we een sprintje in de straten van Tarragona, met Philippe Gilbert als overwinnaar. Hij hield Boasson Hagen en Richeze af, ook toen waren de grote sprinters niet echt van de partij.

Tarragona is dus een historische stad, met nog een aantal overblijfselen uit de tijd van de Romeinen. Zo ligt er aan de rand van de stad nog een aquaduct, de renners komen bij het binnenrijden van de stad nog best dicht bij dit pareltje in de buurt. Ook in het historische centrum staan de nodige oude gebouwen en een deel van de oorspronkelijke stadsmuur, het loont dus de moeite om hier een middagje rond te lopen.

De ruïnes van het oude Tarraco, zoals de stad in de Romeinse tijd heette, zijn ook nog steeds te bewonderen. Deze ruïnes, in totaal 14 bouwwerken, hebben het tot de werelderfgoedlijst van UNESCO geschopt. Tarragona heeft ook nog een amfitheater in de aanbieding. Net iets minder mooi dan die in Nîmes, maar alsnog vrij aardig. Een jaar of 1000 later hebben ze in het centrum van Tarragona ook nog een kathedraaltje uit de grond gestampt, dat mag er ook best zijn. Best een leuke stad dus, niks mis mee.

Het fraaie aquaduct van Tarragona (Foto: Panoramio)
Het fraaie aquaduct van Tarragona (Foto: WikiCommons)

TV & het weer
In Andorra wordt het slechts 24 graden, dat is voor Vuelta-begrippen behoorlijk fris. In finishplaats Tarragona is het wel wat warmer, waarschijnlijk 27 graden in de middag. Absoluut geen kans op neerslag en maar een klein beetje wind.

De rit begint om 12:57 en de uitzending van Sporza start pas om 15:00. Tegen die tijd hebben de renners al meer dan 90 kilometer afgewerkt, over een parcours dat dus niet bepaald uitdagend is. We houden nog meer dan 100 kilometer over om van te genieten. De finish wordt verwacht tussen 17:27 en 17:54, een beetje de gebruikelijke tijd.

Het amfitheater van de stad (Foto: Panoramio)
Het amfitheater van de stad (Foto: Panoramio)

Voorspelling & favorieten
De Vuelta kent maar weinig vlakke ritten, dus eindigen die paar vlakke ritten altijd in een sprint. Er staan weinig goede sprinters aan de start, maar daardoor ruiken een aantal mindere goden juist hun kans. Dit moet de eerste echte sprint worden, want deze slotfase gaat niet ontregeld worden door waaiers. Het kan dan wel weer ontregeld worden door de technische finale, maar gelukkig zijn de wegen in ieder geval nog breed. Zou tot de laatste kilometer allemaal best ordelijk moeten kunnen verlopen, daarna wordt het een flipperkast.

1. Modolo. Aangezien Degenkolb totaal niet in vorm blijkt te zijn is Modolo het ineens aan zijn stand verplicht om alle sprints te winnen. Dat lukte in Gruissan niet helemaal, hij werd slechts vijfde. Achter Blythe en Theuns, dat is niet best. Wel een sprint die wat lastig in te schatten was, vanwege de waaiers. Dit wordt waarschijnlijk een betere graadmeter. Op papier is hij nog steeds de snelste van het stel en hij won de afgelopen tijd ook nog een rit in Polen, de vorm is er dus wel.

2. Trentin. Werd tweede in Gruissan, achter ploeggenoot Lampaert. Geen absolute topsprinter, maar als het deelnemersveld niet al te sterk is wil hij zich nog wel eens in de massasprint mengen. Met deze concurrentie zie ik hem ook nog wel een aantal keer in de buurt van de overwinning komen. Dat de finale hier nogal technisch is lijkt me ook in zijn voordeel, aangezien zijn ploeg hem daar wel prima doorheen kan loodsen.

3. Theuns. Degenkolb heeft pap in de benen en dus is Theuns ineens de aangewezen man bij Trek voor de massasprints. Ik steek iedere dag 25 kaarsjes aan in de hoop dat Theuns niet wint, want een interview van deze jongen na de koers gun ik mijn ergste vijand nog niet. Het zal vast een aardige jongen zijn, maar hij klinkt alsof hij een aantal patronen lachgas in zijn hoofd heeft in plaats van een brein.

4. Molano. De Colombiaanse sprintgod van Manzana Postobon. Heeft dit jaar zowaar een aantal sprintjes gewonnen en aangezien hier alleen maar matige sprinters aan de start staan kan hij zich een aantal keer in de debatten mengen. Het is bepaald geen Gaviria, maar hij is toch aardig snel.

5. Schwarzmann. Moustache Carlos is de sprinter bij Bora en we weten allemaal dat ze bij Bora heel goed zijn in het verzamelen van verre ereplaatsen. In de rit naar Gruissan werd hij zesde, hij was mee toen Quick Step de boel uit elkaar trok. Is dus in ieder geval attent aan het koersen en moet ook redelijk goede benen hebben gehad, anders kun je niet volgen. Ik verwacht een paar legendarische sprints van hem, zoals die ene van vorig jaar, toen hij een keer tweede werd in een rit. Dat was nogal geinig.