Tour: Etappe 10 - We gaan weer sprinten

heywoodu

Na de eerste rustdag is het altijd een mooi moment om de voorlopige balans op te maken en kort even terug te kijken op de eerste week van de Tour. De ronde begon met een tijdrit in Düsseldorf, die helaas werd ontsierd door regen en valpartijen. De Tour was amper begonnen en met Valverde en Izagirre waren we al twee belangrijke renners kwijt. De overwinning ging naar Geraint Thomas en daardoor was de gele trui al meteen in het bezit van Team Sky.

In de dagen daarna waren er wat sprintritten zonder veel historie. Kittel won in Luik en daarna was Sagan succesvol op het muurtje in Longwy. De dag daarna was er een overwinning voor Demare, maar alle aandacht ging uit naar Sagan en Cavendish. We zijn bijna een week verder, maar er is nog steeds discussie over. Hoe dan ook, Cavendish brak zijn sleutelbeen en kon naar huis, Sagan werd dan weer uitgesloten en kon zodoende ook terug naar zijn vrouw.

Een dag later was het tijd voor de eerste aankomst bergop van de Tour, La Planche des Belles Filles. Fabio Aru reed hier weg van iedereen en won met een aardige voorsprong op de andere favorieten. Chris Froome nam de gele trui over van Thomas en heeft die trui tot de dag van vandaag in bezit. Na La Planche des Belles Filles kregen we twee vlakke ritten zonder een goed verhaal. Twee overwinning voor Kittel, die zijn totaal naar drie wist te brengen.

Gelukkig gingen we in het weekend de bergen in en we kregen twee schitterende ritten voorgeschoteld. De eerste van die twee eindige op Station des Rousses en na een dag vol spanning en sensatie ging de overwinning naar de ijzersterk rijdende Lilian Calmejane, die een goed rijdende Robert Gesink wist af te troeven. Voor Gesink had het zijn eerste van vele pogingen moeten zijn om een rit te winnen, maar minder dan een dag later lag hij ineens op het asfalt.

De laatste rit voor de rustdag werd een dag vol valpartijen. Hij en Mori waren de eerste slachtoffers, later zouden onder meer Thomas en Porte volgen. Meteen een aantal belangrijke renners weg, maar daar stond dan wel weer tegenover dat we een spannende koers te zien kregen. Een dag vol demarrages, vooral in de kopgroep. Uiteindelijk bleek Warren Barguil de sterkste van de kopgroep te zijn, maar de groep der favorieten hield er ook aardig de gang in en zo bleef de afstand naar Barguil overbrugbaar.

In de laatste afdaling van de dag reed Bardet naar Barguil toe en op een klein knikje omhoog liet hij Barguil ter plaatse. Helaas voor hem kende Fuglsang een goede dag en zodoende reed Astana met twee renners in de achtervolging. Bardet werd bijgehaald en dus draaide het uit op een sprint met een groepje van zes. Uran, met een kapotte derailleur dankzij de valpartij van Porte en Martin, kon alleen op de grote plaat sprinten, maar gelukkig voor hem ging Fuglsang aan, kon hij daardoor op stoom komen en wist hij de opkomende Barguil nipt voor te blijven. Weer een fotofinish, redelijk uniek dat er in een paar dagen tijd twee keer zo'n miniem verschil is.

Voor het vervolg van de Tour was het geen beste rit, want we zijn een paar belangrijke renners kwijt. Porte had het Froome nog moeilijk kunnen maken, maar nu lijkt het toch vooral te moeten komen van Bardet en Aru. Of het daadwerkelijk slecht is voor de koers gaan we de komende dagen niet zien, want voor we de Pyreneeën bereiken krijgen de sprinters eerst nog twee kansen.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
De tweede week start in Périgueux, een stad met 31,500 inwoners in de Dordogne. Het is de vierde keer dat de stad voorkomt in de Tour en het bijzondere is dat Périgueux tot nu toe altijd gelinkt is aan de finishplaats van vandaag, Bergerac. In het verleden hebben we twee keer een rit van Bergerac naar Périgueux gezien en dit wordt de tweede keer dat we van Périgueux naar Bergerac rijden.

Een aparte bijkomstigheid is dit pas de eerste keer is dat er een rit in lijn wordt georganiseerd tussen de steden. De voorgaande keren was er steeds een tijdrit tussen de steden. Zo was er in 1961 een tijdrit van 74 kilometer, startend in Bergerac, die werd gewonnen door Jacques Anquetil. In 1994 was er dan weer een tijdrit met start in Périgueux, van 64 kilometer, gewonnen door Miguel Indurain.

Drie jaar geleden was de Tour hier ook, met een tijdrit die weer 10 kilometer korter was. 54 kilometer, met start in Bergerac en einde in de startplaats van deze rit, gewonnen door Tony Martin. Altijd klinkende namen in Périgueux, maar ditmaal zal er naar alle waarschijnlijkheid geen tijdrijder winnen. Geen tijdrit van 44 kilometer, maar een rit in lijn van 178 kilometer.

Périgueux is een stad die al bijzonder lang bestaat. In de eerste eeuw voor Christus woonden de Galliërs hier, maar later werd de stad veroverd door de mannen van Caesar. Overblijfselen uit die tijd zijn tot op de dag van vandaag te zien in de stad, zo staan er nog wat oude torens overeind en is ook nog een deel van het vroegere amfitheater zichtbaar.

Ook tijdens de middeleeuwen zijn er nog interessante bouwwerken in Périgueux verrezen, waarbij de kathedraal van Saint-Front het meest in het oog springt. Deze gigantische kerk staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO en pelgrims die een bedevaartstocht naar Santiago de Compostela maken passeren onderweg deze kathedraal. Zowel van binnen als van buiten een imponerend gebouw.

De kathedraal van Saint-Front in Périgueux (Foto: Panoramio)
De kathedraal van Saint-Front in Périgueux (Foto: Panoramio)

De route
De renners starten aan de rand van het centrum en rijden tijdens de neutralisatie recht op de kathedraal af. Vervolgens rijden ze naar de rand van de oude binnenstad, waar ze nog even langs de Isle fietsen, voor ze deze rivier vervolgens oversteken om op een grote en brede weg terecht te komen die ze de eerste 30 kilometer van deze rit gaan volgen. Het gaat deze eerste kilometers van de rit behoorlijk rechtdoor, terwijl er door een bosrijke omgeving wordt gefietst. Er staan wat kastelen langs de kant van de weg, maar verder valt er niet veel te beleven.

De renners rijden door wat dorpjes en hier zijn nogal wat rotondes, maar buiten de dorpen gaat het steeds rechtdoor. Voorbij het dorpje Fossemagne, na 20 kilometer, loopt de weg vier kilometer vals plat omhoog richting Thenon, waar het peloton rechtsaf slaat om voor het eerst op een andere weg te belanden. Na Thenon gaat het even naar beneden, maar daarna is het weer volledig vlak en fietst men verder over een wat kronkeligere weg door een zeer groene omgeving.

Na 40 kilometer komt men in in Montignac, een mooi dorpje aan de oevers van de Vézère. Ze steken die rivier over en fietsen niet lang daarna heel dicht langs de grotten van Lascaux. Deze grotten zijn bijzonder, omdat hier in 1940 een groot aantal rotswandschilderingen werden ontdekt. Deze rotsschilderingen zijn tussen 10.000 à 15.000 jaar oud en het is de rijkst beschilderde prehistorische grot die men tot nu toe heeft gevonden, naar verluidt. Naar het schijnt noemen sommige mensen het zelfs de 'Sixtijnse Kapel van de Paleolithische Kunst', het staan dan ook op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Als de grotten achter ons liggen blijven de renners nog een aantal kilometer langs de Vézère fietsen, een rivier die het olijke duo van de NOS zeker zal aanspreken, want uitermate geschikt voor een stevige kanotocht. Tevens staan er een aantal fraaie kastelen langs de rivier, waarbij vooral het Château de Belcayre vanwege zijn opvallende ligging de aandacht opeist.

Het mooi gelegen Château de Belcayre (Foto: Panoramio)
Het mooi gelegen Château de Belcayre (Foto: Panoramio)

In de buurt van dit prachtige kasteel hebben de renners al ongeveer 50 kilometer afgelegd en ze blijven een tijd door een gebied rijden met nog veel meer kastelen. Zo gaat het over de bochtige, maar brede weg langs de Vézère verder richting Saint-Léon-sur-Vézère, waar ook weer een bekoorlijk kasteeltje staat en bovendien ook nog een acceptabel kerkje. In de vallei van de Vézère zijn de wegen niet volledig vlak, het terrein is zo nu en dan een beetje glooiend, maar veel stelt het niet voor.

Van de rivier merken de coureurs weinig, ze rijden voornamelijk door een groen en bosrijk gebied, met af en toe wat landbouw langs de kant van de weg. De rit is dan op papier wel heel saai en waarschijnlijk in de praktijk op, maar we rijden in ieder geval nog door een mooie omgeving.

Zo rijden we na 58 kilometer weer over de Vézère om de andere kant van de rivier een keer te gaan bekijken en daardoor komen we dicht in de buurt van La Roque Saint Christophe, een enorme rots die hoog boven de rest van de omgeving uittorent, met een paar inkepingen erin. In die inkepingen hebben sinds de prehistorie mensen gewoond, tegenwoordig doet het dienst als toeristiche attractie. Meer dan 55.000 jaar geleden woonden hier al mensen en in de middeleeuwen, tijdens de Honderdjarige Oorlog, deed de rots nog dienst als vesting, om de vervelende Engelsen buiten te houden. Daar zouden we tijdens deze Tour ook geen problemen mee hebben. Eenmaal op de rots heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.

De omgeving is hier schitterend (Foto: Panoramio)
De omgeving is hier schitterend (Foto: Panoramio)

La Roque Saint-Christophe (Foto: Panoramio)
La Roque Saint-Christophe (Foto: Panoramio)

Na de passage bij deze rots loopt de weg even kort wat steiler omhoog en vrij snel daarna bereiken we de volgende imponerende rotspartij, waar ook weer een knap staaltje menselijk werd te bewonderen is. Maison Forte de Reignac, een fort gebouwd in de rotsen. Vervolgens fietst men verder langs de rivier richting Tursac en de weg loopt hier nog een paar keer op. Wat stukken aan 5% voor een paar hectometer, maar heel heftig wordt het nooit. Niet genoeg om welke renner dan ook in verlegenheid te brengen.

Na deze korte klimmetjes volgt er ook een korte afdaling met wat bochten richting Les Eyzies, waar de renners na 66 kilometer passeren. Hier slaan ze linksaf en laten ze de Vèzere achter zich. Over een grote en brede weg gaat het verder door een land waar onze prehistorische medemens vroeger heeft gewoond. Na een tijdje passeren de coureurs de grotten van Roc du Cazalle, ook met rotswoningen en overblijfselen uit vervlogen tijden.

Even verderop ligt er dan weer een andere grot, waar wandschilderingen zijn aangetroffen en weer niet veel later heeft er weer iemand een kasteel op een rots gebouwd. Je kan tijdens deze rit wel aan de gang blijven. Na een kleine 80 kilometer rijden de renners door het dorpje Allas en net buiten dit dorp staat weer een kasteel, want dat is leuk. De weg begint hier overigens ook omhoog te lopen, vier kilometer aan een procentje of drie.

Daarna gaat het voorzichtig naar beneden, richting Sarlat-la-Canéda. In deze stad met een mooi middeleeuws centrum komen de renners wat bochten en rotondes tegen maar daarna gaat het rechtdoor richting Vitrac, een dorpje aan de rivier Dordogne. Deze rivier steken we over en vrij snel daarna begint de Côte de Domme, een klim van 3,5 kilometer aan 3,3%.

Dit klimmetje van de vierde categorie brengt ons naar het historische stadje Domme, dat boven op een grot gebouwd is. Boven die grot staat dan weer een vesting, met een aantal mooie poorten. Als het goed is rijden de renners ook nog door deze poorten heen, hier ligt dan na 101 kilometer ook ergens de top van de klim verstopt. Vanuit Domme heb je ook een prachtig uitzicht over de omgeving.

De poort van Domme, waar de renners doorheen fietsen (Foto: Panoramio)
De poort van Domme, waar de renners doorheen fietsen (Foto: Panoramio)

Na de klim is er een korte afdaling, met een paar haarspeldbochten, maar de weg is breed en het gaat ook weer niet zo enorm steil naar beneden. Na de afdaling steken de renners de Dordogne weer over en daarna slaan ze linksaf, voor een tocht langs deze rivier. De wegen langs de Dordogne zijn behoorlijk vlak, behoorlijk breed en ook nog redelijk recht.

De Dordogne is ook weer een mooie rivier, met bijzonder veel hoogtepunten langs de oevers. Zo rijden de renners na 106 kilometer door La Roque-Gageac, een apart dorpje met allemaal kleine huisjes in een rij naast elkaar onder een gigantische rotswand. Van La Roque-Gageac rijdt het peloton verder langs de Dordogne richting Beyzac-et-Cazenac, weer een mooi dorpje, met in dit geval een kasteel boven op een rots die hoog boven het dorp uittorent. We zijn nu al bijna in de buurt van de tussensprint, maar voor die tijd passeren we eerst nog een aantal andere dorpjes met her en der ook nog een kasteel. Kastelenboekje voor deze rit gaat een flinke pil zijn, maar dan geen pil zoals de renners het graag hebben.

Na 121 kilometer wordt Saint-Cyprien bereikt en hier is vervolgens de tussensprint. In dit stadje hebben ze tot mijn stomme verbazing geen kasteel, maar dan wel weer een abdij. Als de tussensprint is geweest fietsen de renners over een mooie brug over de Dordogne en daarna fietsen ze aan de andere kant van deze rivier verder, terwijl het terrein wat minder mooi wordt. De prachtige rotswanden verdwijnen en de kastelen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het gaat bijna volledig rechtdoor langs de rivier richting Siorac-en-Périgord en van dit dorp gaat het weer rechtdoor verder over een brede en vlakke weg richting Le Buisson-de-Cadouin.

Naast mooie kastelen zijn er ook mooie bruggen hier (Foto: Panoramio)
Naast mooie kastelen zijn er ook mooie bruggen hier (Foto: Panoramio)

Met 134 kilometer in de benen komt het peloton door Le Buisson en hier verlaten ze de oevers van de Dordogne even voor een kort klimmetje. De Côte du Buisson-de-Cadouin is 2,1 kilometer lang en 5,6% gemiddeld. Een heuveltje van de vierde categorie zonder veel toegevoegde waarde. De renners rijden door een bos over een brede weg, daardoor is de afdaling ook goed te doen. Eenmaal beneden zijn we weer terug bij de Dordogne en die rivier wordt weer een aantal kilometer gevolgd, tot Lalinde.

In dit dorpje steken we na 151 kilometer de rivier weer over en daarna gaat het weer grotendeels rechtdoor verder langs de andere kant van de Dordogne. In Lalinde staat overigens nog een chateau, want dat was alweer een tijd geleden. Van Laline fietst men richting Port-de-Couze en in dit stuk van 2,5 kilometer liggen nog wel een paar bochtjes, maar van Port-de-Couze tot Saint-Caprise-de-Lalinde gaat het zes kilometer lang volledig rechtdoor langs een kanaal dat men heeft gegraven langs de Dordogne, terwijl het ook nog eens volledig vlak is.

Nadat men het ietwat bochtige historische centrum van dit dorp heeft verleden gaat het weer vier kilometer rechtdoor tot Mouleydier, met alleen een rotonde onderweg. Na Mouleydier gaat het dan weer rechtdoor tot het volgende dorp, met de naam Creysse. Buiten dit dorp zijn we al bijna in Bergerac, maar de organisatie heeft nog een extra lus aan het parcours toegevoegd. Na Creysse komen er kort achter elkaar drie rotondes en bij de derde rotonde gaan de renners linksaf, weg van Bergerac.

We zitten nu op tien kilometer van de streep en rijden over een brede provinciale weg, die vier kilometer lang zo goed als rechtdoor loopt. Op iets meer dan vijf kilometer van de streep komen er dan wat bochtjes en daarna een rotonde, waar het peloton rechtsaf moet. Daarna gaat het iets meer dan twee kilometer rechtdoor, op twee flauwe bochtjes na. Op drie kilometer van de streep is er weer een rotonde, daar slaan we rechtsaf en dan wordt er weer eens over de Dordogne gereden. Aan de andere kant van de rivier is er meteen weer een rotonde, waar er weer een bocht naar rechts volgt.

Op twee flauwe bochten naar links na gaat het nu rechtdoor tot op iets minder dan een kilometer van de streep. Dan volgt er een scherpe bocht naar links, waarna er een paar honderd meter later weer een scherpe bocht naar links volgt. Vervolgens gaat het in de laatste halve kilometer rechtdoor richting de finish, terwijl de renners over een weg op het lokale sportpark rijden. De wegen zijn steeds extreem breed tijdens deze finale, alleen in de laatste kilometer worden ze iets minder breed, voorts is het bijna volledig vlak. Na 178 kilometer is de zoveelste sprintrit van deze Tour dan afgelopen.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
We eindigen in Bergerac, de stad die bijna onlosmakelijk verbonden lijkt met Périgueux. Gelukkig voor Bergerac zijn ze niet volledig afhankelijk van Périgueux, wat andersom wel zo lijkt te zijn. Bergerac heeft de Tour namelijk vaker mogen verwelkomen. In 2014 nog, daags voor de tijdrit richting Périgueux. De 19e rit van die Tour zou starten in Maubourgnet en eindigen in Bergerac. Onderweg lagen wat klimmetjes, zelfs nog een paar in de buurt van de finishplaats. De Litouwer Ramunas Navardauskas, die tegenwoordig helaas geteisterd wordt door hartproblemen, wist in de slotfase te ontsnappen en onder meer dankzij de hulp van Tom-Jelte Slagter bleef hij in hondenweer het peloton nipt voor.

Helaas kent de finale nu geen klimmetjes, waardoor een vergelijkbare aanval minder kans van slagen lijkt te hebben. Ook in 1994 was de Tour nog een dag extra in Bergerac. Toen startte er de dag na de tijdrit nog een rit in deze stad, met finish in Cahors, gewonnen door Jacky Durand. Bergerac is trouwens een stad met bijna 29.000 inwoners en staat vooral bekend vanwege wijn en tabak. Overal in de omgeving wordt er wijn geproduceerd, aan de noordkant van de Dordogne naar het schijnt vooral stevige rode wijn, terwijl het aan de zuidkant dan weer vooral wit zou moeten zijn.

Bergerac is een belangrijke toeristische bestemming, omdat je vanaf hier een ideale uitvalsbasis hebt om de streek te verkennen. De stad zelf heeft ook nog wel wat te bieden, zo zijn er liefst drie verschillende musea in Bergerac. Bovendien zijn er een paar schappelijke kerken en kent het historische centrum enkele gezellige smalle straatjes met wat fraaie gebouwen. In een van die straatjes staat een standbeeld van Cyrano van Bergerac. Dat was een Franse schrijver, dichter en militair waarover Edmond Rostand later een toneelstuk zou schrijven. Dat werd later dan weer verfilmd. De beste man heeft overigens helemaal niet in Bergerac geleefd, maar dat mag de pret niet drukken.

Het oude centrum van Bergerac (Foto: Panoramio)
Het oude centrum van Bergerac (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
In Périgueux wordt het in de middag een graad of 24, terwijl er bijna geen kans op neerslag is. Er zal een licht briesje zijn, maar harde wind hoeven we niet te verwachten. Bergerac ligt niet ver van Périgueux, maar toch wordt het daar nog net even een klein beetje warmer. 26 graden in de middag, alsnog best goed te doen. Ook daar geen kans op neerslag en naar verwachting niet veel wind.

Om 13:10 staan de renners aan het vertrek en na een neutralisatie van 15 minuten gaan de eerste renners waarschijnlijk weer aanvallen terwijl die arme Prudhomme nog niet eens klaar is met zwaaien. Integraal gaat deze rit niet uitgevonden worden, dus hoeft de tv pas een zet te krijgen rond 14:10. Dan missen we wel een paar kastelen, maar er blijven er nog genoeg over. De finish wordt verwacht tussen 17:17 en 17:39.

Voorspelling & favorieten
De laatste keer dat er een rit in lijn eindigde in Bergerac werd het een massasprint, alleen reed er nog iemand voor. Met dat scenario hoeven we nu minder rekening te houden, want er zijn in de finale geen klimmetjes meer en bovendien is het de dag na de rustdag. In 2014 was het zo'n beetje de laatste rit van de Tour en waren de benen wat zwaarder dan ze nu zullen zijn. We zijn met Demare dan wel een belangrijke sprinter kwijt, maar er blijven nog genoeg ploegen over die willen rijden voor een sprint.

Kittel is de beste, maar dat lijkt de andere ploegen weinig te schelen. Een alternatief plan lijken ze niet te hebben. Het is rijden voor de sprint en dan maar hopen dat Kittel iets overkomt. Magere tactieken, maar er zijn dan ook nogal wat ploegleiders die van toeten noch blazen lijken te weten. We zien dus ongetwijfeld weer mannetjes van Lotto Soudal en Katusha op kop rijden voor de derde plaats van Greipel en de vierde plaats van Kristoff. Massasprintje dus.

1. Kittel. Nog steeds de beste en snelste sprinter. Zelfs als zijn trein faalt, zelfs als zijn lead-out achteruit fietst, zelfs als hij de finish verkeerd inschat. Niets aan te doen. De vierde ritzege is in aantocht en als alle andere ploegen zo dom blijven rijden worden het er nog een pak meer.

2. Groenewegen. Dit wordt de dag van de droomtrein. Jos zijn ze dan wel kwijt, maar er blijven nog genoeg klasbakken over. Nu sprintprofessor Robert Wagner enkele corrigerende tikken heeft ontvangen via Twitter zal hij op scherp staan. Hij gaat Dylan perfect afzetten en daarna gaat Dylan gewoon als eerste aan, waarna Kittel er als enige nog over kan komen. Groenewegen lijkt geleerd te hebben van zijn eerdere fouten en wil nu meer iniatief nemen. Dat lijkt mij zeer verstandig, want met zijn snelheid lijkt weinig mis. Met de rest is dan weer iets meer mis, maar daar gaat nu verandering in komen. HA! HAHAHA!

3. Greipel. Ja, vast weer een goede lead-out en dan vervolgens helemaal niks. De Gorilla is nog niet in topvorm, maar omdat er al zoveel concurrenten zijn verdwenen kan hij toch nog een aantal mooie ereplaatsen bij elkaar fietsen.

4. Kristoff. Duidelijk niet de snelste sprinter, maar wordt meestal nog wel mooi afgezet. Dat scheelt een hoop. Geef 'm Wagner en hij zou niet eens bij de eerste 20 rijden.

5. Degenkolb. Was ook in de vorige sprint vijfde en zal ondertussen wat meer hersteld zijn van zijn eerdere valpartij. Wegens een gebrek aan concurrentie kan ie vast nog wel een keer vijfde worden, ondanks het feit dat dit niet echt sprints voor hem zijn.