Nog meer zwemafstanden op Olympische Spelen

heywoodu

Het zwemprogramma op de Olympische Spelen wordt nog maar eens uitgebreid. De sport kent veruit het hoogste aantal 'vergelijkbare onderdelen' van alle olympische sporten, waardoor zwemmen de sport bij uitstek is in de lijstjes met meervoudig kampioenen, maar daar komen er alleen maar meer bij.

Op het olympisch programma stonden wat vrije slag betreft de 50, 100, 200, 400 en 800/1500 meter, waarbij de vrouwen de 800 als langste afstand hadden en de mannen de 1500 - die dan de 800m niet zwommen. Daar is nu verandering in gekomen: de 1500 meter voor vrouwen en 800 meter voor mannen is aan het programma voor de Spelen van 2020 toegevoegd, zonder een andere afstand weg te halen.

Naast de twee lange afstanden nam het Internationaal Olympisch Comité vrijdag nog een ander opmerkelijk, maar niet onverwacht besluit wat het zwemmen betreft. Ook de gemengde 4x100 meter vrije slag is toegevoegd aan het programma voor Tokyo 2020, wederom zonder een andere afstand te schrappen. 

Eén vrouw zal dolgelukkig zijn met de wijzigingen: de Amerikaanse Katie Ledecky domineert de lange afstanden al jaren en is in de afgelopen jaren ook op de 200 en zelfs 100 meter vrije slag beter gaan zwemmen. In Rio won ze vorig jaar de 200, 400, 800 en 4x200 meter vrije slag, maar als ze er een beetje snelheid bij kan krijgen zou ze in Tokyo zomaar een gooi kunnen doen naar maar liefst acht gouden vrije slagmedailles: 100, 200, 400, 800, 1500, 4x100, 4x200 en gemengd 4x100 meter. 

Niet elk voorstel van wereldwatersportbond FINA werd overigens goedgekeurd. Zo moet het synchroonzwemmen het in Tokyo doen zonder een debuut van de gemengde duetten, en het klifduiken is ook niet in het schema opgenomen. Een nieuwe opzet van het waterpolotoernooi is wel geaccepteerd, met als voornaamste veranderingen dat er tien in plaats van acht vrouwenteams zijn en dat de teams zelf kleiner worden, waarover hier meer te lezen is.