'Gehoornd op de pasfoto? Geen punt'

MarcusViridis

Phelan Moonsong is voor eventjes een van de meest gelukkige mensen van de planeet. De 56-jarige Amerikaan mag namelijk gehoornd op de pasfoto van zijn rijbewijs staan.

Phelan is lid van een groep heidenen die hun geloof bijzonder serieus nemen. Toen de geit van een van de leden stierf, wilde hij de vrijgekomen geitenhoorns wel overnemen. Sindsdien zijn hij en de -niet met ijs gevulde- hoorntjes onafscheidelijk. Als de zichzelf priester noemende man niet in bad zit of in z'n bed ligt te stinken, zitten de hoorns op zijn voorhoofd gebonden.

"Als heidense minister en priester van Pan, voel ik mij erg gehecht aan mijn hoorns. Ze zijn onderdeel van mijzelf en mijn spiritualiteit", meldt de goed in het leven staande Phelan. Hij merkt op dat hij het gewei regelmatig zowel in de patchouli- als in de cedarolie doopt om het verlengstuk van zijn religieuze identiteit soepel en leerachtig te houden. Je kunt immers niet alles aan de goden overlaten.

Phelan verklaart dat hij zich zo enorm verbonden voelt met zijn hoorns en dat hij ze voor niets voor niemand bereid is af te doen, inclusief de staat Maine, waar de geestelijke woonachtig is. Dit gaf wel wat problemen met het aanvragen van een rijbewijs. De heren en dames ambtenaren vonden het blijkbaar maar een raar verschijnsel en namen de hoge heiden niet erg serieus.

Hij probeerde de plaatselijke bureaucratie uit te leggen dat hij een Priester van Pan is en dat hij zijn unieke hoofddeksels ziet als zijn 'spirituele antenne'. En die kan je er nu eenmaal niet zomaar aflaten. Er kwam het nodige papierwerk aan te pas om te bewijzen dat deze religieuze kledij niet meer of minder belachelijk is dan een marteltuig (kruisje) om je nek of een stuk textiel rond je gezicht.

Na het sturen van wetenschappelijk werk op het gebied van heidendom en een persoonlijk essay over het belang van het gewei, ging de staat akkoord. Wat dit betreft woont de dienaar van de naamgever van de panfluit in het juiste land. Maar liefst 30 staten hebben in meer of mindere mate wetgeving die religieuzen op dit gebied positief discrimineert, ten opzichte van mensen die helemaal niets met sprookjes hebben.