Tour: Etappe 19 - Actie in de bergen?

Redactie

Ook de klimtijdrit zit erop en weer behoorde onze Tom tot de allerbesten: tweede, 21 seconden achter Froome die zijn gele trui nog maar eens verstevigde. Staat nu bijna vier minuten voor Mollema en nog wat handen vol seconden meer voor Yates en Quintana. Duidelijke opdracht voor de maatjes van Froome in de komende ritten dus. Wattagemeter instellen, stoïcijns doorbeuken en het geel naar Parijs brengen. Met meer dan drie minuten voorsprong aan de laatste twee echte ritten in een grote ronde beginnen, dat kan ook echt alleen maar fout gaan als je een Nederlander bent en dat is Froome dan weer niet. 

Hoe dan ook, na de tijdrit hebben we nog twee lastige dagen te gaan in de Tour. Rit 19 is er een met een boel beklimmingen en een lastige aankomst bergop. Als er nog klassementsrenners met ambities zijn zullen ze die tijdens deze rit moeten laten zien. De volgend rit zal er een zijn met een aankomst na een afdaling en dat is voor de laffe herders van dit peloton toch allemaal net wat minder gunstig. Liever wachten tot de laatste berg en dan alles geven. Dat kan tijdens deze rit perfect. Een rit met verschillende lastige beklimmingen onderweg, waaronder een klim van de buitencategorie. Ook de slotklim is enorm lastig, dus hier kan nog genoeg gebeuren. We duiken het slotweekend in en we hopen op nog wat spetterende actie. Zal er wel niet van komen, maar hopen mag nog steeds.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

Albertville is een plaats met bijna 20.000 inwoners in het departement Savoie, gelegen in de vallei van de rivieren L'Arly en de Isère. De stad heeft in 1992 de eer gehad de Winterspelen te mogen organiseren. Veel van de evenmenten vonden plaats in de bergen in de omgeving, maar het olympisch park en het olympisch huis stonden wel in Albertville.

De stad is een bekende plaats in de Tour, omdat het tussen veel bekende bergen inligt. Het is ook voor wielertoeristen een plaats die vaak wordt aangedaan. De Fransjes noemen het een ville vélo-touristique, klinkt wel leuk. Albertville is desondanks nog niet vaak een start- dan wel aankomstplaats geweest. Dit wordt pas de derde keer. In 2012 zou er een rit vertrekken vanuit Albertville, om te finishen op La Toussuire. Pierre Rolland ging er toen met de overwinning vandoor, dat waren betere tijden voor hem.

Ook speelde Albertville een rol in de fameuze Tour van 1998, de 'Tour de Dopage'. De zestiende rit zou aankomen in Albertville en gewonnen worden door niemand minder dan Jan Ullrich. Een dag later zou er een vertrek zijn in Albertville, met een aankomst in Aix-les-Bains. Deze rit zou door een staking van de renners geen winnaar kennen. Festina was inmiddels al niet meer in koers en bij TVM had de politie ondertussen al een invalletje gedaan. Na deze staking besloten ook ONCE, Banesto en Riso Scotti uit koers te stappen. Prima cowboytijden waren dat. Renners die zonder rugnummer naar de finish rijden en dat soort dingen. Dan is deze Tour echt maar enorm saai, als je het zo bekijkt. Van de andere kant hadden ze in 1998 dan weer geen rennende gele trui. Ze starten in de buurt van het palais de justice, nieuwe ongeregeldheden hoeven we niet te verwachten.

Stakende renners in de Tour de Dopage van 1998 (Foto: Getty)

Direct na de start begint het al omhoog te lopen. De renners beginnen meteen aan de Collet de Tamié, een beklimming van 8,5 kilometer. Gemiddeld stijgt het aan een procent of zes, dus het is zeker geen simpele beklimming. Dit is minstens een klim van de derde categorie, maar er zijn op de een of andere manier helemaal geen punten te verdienen. Na de Collet de Tamié is er een afdaling, maar deze is niet zo moeilijk. Het loopt vaak maar lichtjes naar beneden en er zijn niet veel bochten. Er worden wel wat dorpjes gepasseerd, waar de nodige verkeersobstakels zijn, maar verder is er niets op aan te merken. De afdaling is wel over een redelijk smalle weg, maar alsnog breed genoeg voor de renners.

Na 22 kilometer slaan ze linksaf en komen ze op een grote weg terecht. Hier is het weer behoorlijk vlak. Een paar kilometer verderop rijden ze langs Doussard en hier is vroeg op de dag al de tussensprint, na 25,5 kilometer. Na Doussard fietsen de renners richting het Lac d'Annecy. Het blijft nog een aantal kilometer vlak, tot in Talloires. Daar begint na 32 kilometer de volgende klim van de dag, de eerste waar punten te verdienen zijn.

Tijdens de rit van dinsdag hadden we al de Col de la Forclaz, nu krijgen we twee cols die met dezelfde naam beginnen. De eerste van de twee is de Col de la Forclaz de Montmin. Bijna tien kilometer lang en 6,9% gemiddeld. Een behoorlijk pittige klim. De klim begint nog makkelijk, maar richting de top gaat het toch serieus omhoog, met zelfs een aantal kilometer aan ongeveer 10%. Zo vroeg op de dag al een stevige uitdaging voor de renners. Na 42 kilometer komen ze boven en als ze zich omdraaien hebben ze een prima uitzicht over het meer van Annecy.

Zoals gezegd, prima uitzicht daar rond het meer van Annecy (Foto: Getty)

De afdaling van de Col de la Forclaz de Montmin is niet echt een fijne. De weg is behoorlijk smal en er zijn een aantal lastige bochten. Vooral in het dorpje La Perrière na 46 kilometer zit er een gevaarlijk bochtje. Richting het eind van de afdaling wordt het wat makkelijker, omdat de weg niet meer zo steil naar beneden loopt. Er zijn nog wel wat bochtjes, maar dat is al beter te doen. Na 50,5 kilometer rijden de renners door Vesonne en rijden ze dicht langs een weg die ze al eerder hebben gehad. We zijn weer bijna in de buurt van Doussard en hebben technisch gezien een rondje gereden.

Na de afdaling is het een tijd lang vlak. De renners rijden over een rechte en brede weg door de vallei van de Chaise. Dit wordt anders als de renners na 64 kilometer door Ugine rijden. Buiten dit dorp duiken ze de bergen weer in en komen ze weer op een smallere weg terecht. Ze rijden door een donker bos en de weg begint omhoog te lopen. Na Ugine begint de weg 5,6 kilometer lang omhoog te lopen aan 8%. Weer een behoorlijke pittige klim dus. Na 73 kilometer komen de renners door het gehuchtje La Forclaz en zijn ze bijna boven op deze klim van de tweede categorie. De weg blijft smal en is onderhevig aan enige slijtage. Dit zal ook tijdens de afdaling zo zijn.

De afdaling is een paar kilometer lang en brengt ons naar het dorp Queige. De afdaling is vervelend omdat de weg behoorlijk smal is, maar verder zijn er niet echt direct veel lastige bochten. Er zijn een aantal haarspeldbochten en wat passages door gehuchtjes, waar de chaletjes soms het zicht wat wegnemen. Ondertussen hebben de renners wel steeds een prachtig uitzicht over de omgeving, maar ze zullen toch vooral op de weg moeten letten. Er zitten ook nog een paar scherpe bochten in, tot ze buiten Queige zijn. Daar komen ze weer op een brede weg terecht en is het een aantal kilometer redelijk vlak.

Richting Villard-sur-Doron begint de weg al omhoog te lopen, maar het echte werk begint pas als men in dit dorp linksaf slaat. Dan gaan ze op weg naar de Montée de Bisanne, die na 84 kilometer begint. Dit is een beklimming van de buitencategorie, 12,4 kilometer lang en 8,2% gemiddeld. Dat is wel een flinke berg, dacht ik zo. De klim begint nog enigszins rustig, met een kilometer aan 6%, maar snel daarna wordt het al meteen lastiger. Paar kilometer aan 8% en tussendoor een kilometer aan 7%, voor er halverwege de klim er even een wat makkelijkere strook is aan 6%. Daarna gaat het echt goed los, richting de top komt het bijna niet meer onder de 9%, met zelfs een aantal kilometer aan 10%.

De weg naar Bisanne is niet echt breed in het begin, maar na een tijdje wordt de weg wat breder. Af en toe is de weg goed, met prima asfalt, maar er zitten ook wat povere stroken tussen. Het schijnt dat dit pas de eerste keer is dat de Montée de Bisanne voorkomt in de Tour. Kan wel eens een leuke ontdekking zijn, in dat geval. Op de Bisanne ligt natuurlijk ook een skistation, zoals je zou verwachten. De renners passeren niet direct langs dat station, maar wel door het dorpje met allemaal chaletjes en hotels. Op de top heb je een goed uitzicht op de berg waar we nog naartoe moeten gaan.

Het profiel van de Montée de Bisanne (Bron: Letour.fr)
Het profiel van de Montée de Bisanne (Bron: Letour.fr)

Na 96,5 zijn de renners boven en begint de afdaling. De eerste afdaling is maar kort, na een paar kilometer komen de renners door het wintersportdorpje Les Saisies, waar de weg weer omhoog begint te lopen richting de Col des Saisies. Het gaat een kilometer of twee vals plat omhoog. De afdaling was nog over een redelijk korte weg, maar dat is na de Col des Saisies niet meer het geval. De weg is inmiddels heel breed geworden. Na de Col des Saisies is de afdaling nog steeds niet lastig. Het gaat heel voorzichtig naar beneden, op een paar strookjes na. Er zijn wel wat bochten, maar allemaal prima te nemen. Tussendoor gaat het ook nog een keer een kilometer vals plat omhoog en zijn er nog wat andere stroken waar de weg eerder omhoog lijkt te lopen dan omlaag.

Pas richting het eind van de afdaling wordt er serieuzer gedaald. Toch wordt het nooit moeilijk. Er komen nog wat haarspeldbochten, maar de weg is steeds enorm breed. Na 114 kilometer komen de renners door Flumet en is de afdaling afgelopen. Aan het eind van de afdaling zijn er wel een boel bochten en om Flumet te bereiken moeten de renners over een smalle brug. Het uitzicht is wel formidabel. Van Flumet fietsen de renners door de vallei van de rivier l'Arly richting een plaats die ondertussen bekend zal zijn. Het gaat om de finishplaats van de vorige rit, Megève.

Flumet ligt er rustig bij (Foto: WikiCommons)
Flumet ligt er rustig bij (Foto: WikiCommons)

In de vallei loopt het lichtjes omhoog, maar veel stelt het niet voor. Na 121 kilometer, op 25 kilometer van de finish, komen de renners door Megève. Ze rijden verder en volgen een deel van de route van de vorige rit. Zo komen ze ook weer door Demi-Quartier en Combloux. Na 131 kilometer slaan ze linksaf en gaan ze de steile beklimming van de vorige niet beklimmen maar afdalen. De Côte de Domancy is zoals we ondertussen weten enorm steil. Daar mogen de renners naar beneden, een paar kilometer aan 9%. Dit is uiteraard een lastige afdaling, vooral door de haarspeldbochten en omdat het nu eenmaal enorm steil is.

Beneden in Domancy is het een paar kilometer vlak, tot Vennex, waar de renners na 136 kilometer passeren. Hier begint de slotklim naar Le Bettex. De slotklim is er een in meerdere schuifjes. Het begint met de Côte des Amerands, drie kilometer aan meer dan 10%. De slotklim begint meteen met een kilometer aan 13%, omdat het kan. Na de Côte des Amerands is het even wat makkelijker, een paar kilometer aan 4%. Daarna wordt het richting Le Bettex een stuk steiler. Een kilometer aan 6,5%, een kilometer aan 10%, daarna weer een kilometer aan 8% en richting de finish gaat het nog steeds stevig omhoog. Er is bijna geen strook gelijk aan de andere. Zo is het in de voorlaatste kilometer 9%, terwijl het in de slotkilometer dan weer 7,8% is. Een behoorlijk onregelmatige klim, maar ook een belachelijk zware klim vooral. Na 146 kilometer komen de renners uit in Le Bettex en zit de voorlaatste lastige rit er weer op.

De slotklim van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotklim van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats heet Saint-Gervais Mont Blanc, maar da's eigenlijk best een gekke naam. Beneden in de vallei ligt het dorp Saint-Gervais. Ergens daarboven ligt de Mont Blanc. We finishen halverwege, bij het skiresort Le Bettex. Dat de Mont Blanc wordt genoemd is niet zo raar, we zitten hier wel aan de voet van die reusachtige berg. Onderweg zien we hem ook zowat de hele tijd. We zien de berg al dagen, dus is het maar goed ook dat we er nu echt een keer dicht bij in de buurt gaan komen.

Saint-Gervais Mont Blanc is voor de derde keer een finishplaats in de Tour. In 1990 won een Fransman de rit, Thierry Claveyrolat. Het zou een succesvolle Tour voor hem zijn, hij won ook de bergtrui. Later verging het hem iets minder. In 1999 veroorzaakte hij stomdronken een verkeersongeluk. Niemand overleed, desondanks kon hij niet meer met zichzelf leven. Hij pleegde later in dat jaar zelfmoord.

In de Dauphiné van 2015 kwam het peloton hier ook langs. Chris Froome legde de rest van het peloton op het rooster en won met een behoorlijke voorsprong op Tejay van Garderen en Louis Meintjes. Enkele renners die nu ook meedoen kennen hier dus in ieder geval de weg. Er zijn hier in de omgeving overigens twee gebieden waar je prima kan skiën, met in totaal 500 kilometer aan piste. 25,000 bedden voor toeristen, best een groot skigebied dus. Het voornaamste blijft toch de aanwezigheid van de Mont Blanc.

Voor wie een van de vorige 835 keren heeft gemist waarop de Mont Blanc in de afgelopen dagen in beeld kwam: dit is de Mont Blanc (Foto: Getty)

Het wordt tijdens deze rit weer vrij warm, maar iets minder warm dan de vorige dagen. Graadje of 24 in Albertville en zelfs iets minder in de omgeving van de finish. Na zoveel warme dagen hangt er uiteraard iets in de lucht. Regen en onweer. De verwachting is dat het zal gaan regenen in de Alpen. Daarnaast is het heel goed mogelijk dat het flink gaat donderen en bliksemen. Onweer wordt eigenlijk de hele middag verwacht, regen pas tegen het eind van de rit. Hopelijk is dit een verkeerde voorspelling en krijgen we dat soort ongein niet, zou tijdens zo'n bergrit niet echt een feest zijn. Wind zal er in ieder geval niet veel zijn.

Om 12:55 is het depart fictif in Albertville en een kwartier later wordt er dan met het vlaggetje gezwaaid en begint de rit echt. Tussen 17:09 en 17:39 worden de renners op de laatste berg verwacht. Er zijn niet veel ritten deze Tour integraal uitgezonden, maar tijdens deze rit zal dat zeker wel gebeuren. De NOS is er meteen om 12:50 bij! We kunnen dus zelfs de neutralisatie meepikken, wat een ongekend genot. De Belg zit dan weer met dat journaal van 13:00, dus die zijn er pas om 13:35 bij. Flopshow. Moeten we verdomme weer naar de NOS kijken. Dju toch.

Tijdens de vorige rit in lijn verrichte Porte beulswerk voor zijn voormalige kopman Froome, gaat hij dat nu weer doen? En is dat kind inmiddels veilig, waar dat ook over moge gaan? (Foto: Getty)

Voorspelling

De laatste aankomst bergop in de Tour de France. Normaal een rit waarbij de winst gaat naar een van de klassementsrenners. Nu weet ik dat niet zo zeker. De afgelopen tijd zijn alle ploegen op Sky na behoorlijk lethargisch geweest. Niet eens een poging gedaan om een rit te winnen. De volgende bergrit zal een aankomst na een afdaling hebben, dus die gaat sowieso weer naar een groepje vluchters. Als iemand van het groepje Porte, Bardet en Quintana nog een rit wil winnen zullen ze tijdens deze etappe een keer flink hun best moeten gaan doen.

Ik denk niet dat het gaat gebeuren en ik heb zo'n vermoeden dat deze rit weer naar een groepje vluchters gaat. Sky controleert rustig en de rest doet niets, want ze kunnen of durven niet. Qua vluchters kun je weer de voorspelbare namen invullen. De jongens die de afgelopen tijd ook al in de aanval zijn geweest. Een De Gendt, een Pauwels, een Zakarin, een Pantano, een Majka, Rui Costa, Reichenbach en ga zo maar door. Ik zal me nu alleen voor een keer gaan focussen op de jongens die ooit het idee hadden dat ze de gele trui konden winnen en Froome. Laten we er voor de gein maar van uitgaan dat ze wel een keer hun best gaan doen om de vluchters binnen schootsafstand te houden.

1. Porte. Is de beste met Froome en als die twee samen wegrijden op de laatste klim gaat Froome sowieso de zege gunnen aan Porte. Altijd zijn trouwe knecht geweest, maar in de Tour nog nooit wat gewonnen. Kan nu veranderen, maar dan moeten ze dus wel een beetje de vluchters in toom houden.

2. Froome. Ja, in het wiel van Porte. Wat een sociale jongen is het toch ook. Overwinninkjes schenken, dan ben je een hele grote hoor. Zal verder totaal niet meer bedreigd worden door wie dan ook, dus kan zich dit makkelijk permitteren.

3. Aru. Aru Aru moet ooit nog een keer een grandioze aanval gaan doen. Anders is het een beetje saai, allemaal. Met het hoofd scheef en de tong uit de bek schudden op de fiets, dat willen we zien en hebben we nog niet gezien. Nu dan maar een keer. Wel ver achter die andere twee, maar da's ook weer geen schande.

4. Bardet. Best lekker bezig, dit Fransoosje. Gaat een mooi klassement rijden, maar een rit winnen wordt dan weer een lastig verhaal. Gaat niet echt meer lukken allemaal, maar een aardige ereplaats is ook mooi meegenomen.

5. Quintana. Lekker maandjes in de jungle van Bogotá gezeten, zonder enig effect. Normaal komt hij altijd in bloedvorm uit het oerwoud, maar dat liep tijdens deze Tour allemaal wat anders. Ook na de befaamde derde rustdag liep het nog niet zoals je zou verwachten. Gaat niet eens het podium halen, behoorlijk matig. Kan zijn meesterplan van het trainen in de Colombiaanse rimboe en daarna het rijden van de Route du Sud wel eens aanpassen. Werkt blijkbaar toch niet echt helemaal. Misschien in de toekomst ook een wat minder laffe dakhaas zijn.