Trump versus Clinton: de strijd om het Witte Huis

Gambetta

Het is alweer een maand geleden dat de laatste Amerikaanse voorverkiezingen op de kalender stonden. Na een korte adempauze barst het verkiezingscircus volgende week echter weer los als de Republikeinse conventie van start gaat in Ohio. De week daarna is het de beurt aan de Democraten, die in Pennsylvania bijeen zullen komen. Tijdens deze conventies wijzen de partijen officieel een president- en vicepresidentskandidaat aan die in november op het stembiljet zullen verschijnen. Dat Ohio en Pennsylvania door de partijen als gastheer zijn aangewezen van deze evenementen is geen toeval. De kiezers in deze swing states kunnen wel eens de doorslag geven in de strijd tussen Donald Trump en Hillary Clinton.

De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn geen directe verkiezingen. In plaats daarvan verkiest het electoraat kiesmannen die uiteindelijk bijeenkomen om de president en vicepresident te verkiezen. Deze kiesmannen worden op statelijk niveau verdeeld. Van verreweg de meeste staten is nu al bekend hoe ze gaan stemmen. Californië is een veilige staat voor de Democraten terwijl Texas een zekerheid is voor de Republikeinen. Ohio en Pennsylvania zijn twee van de grootste swing states, staten waarvan de uitkomt nog niet vastligt. Ze hebben daarnaast met elkaar gemeen dat het allebei staten uit de Rust Belt zijn. Dit is een regio met veel oude industrie die de afgelopen decennia economisch veel te lijden heeft gehad onder automatisering en outsourcing. Dat maakt de regio vatbaar voor de anti-vrijhandel retoriek van Donald Trump. Hij zal proberen de blanke middenklasse in de Rust Belt die weinig van het prille economische herstel heeft gemerkt voor hem te winnen. Daarnaast richt Trump zijn pijlen op overwegend blanke staten buiten de Rust Belt zoals Iowa en New Hampshire. Door deze staten ziet Donald Trump zijn pad naar het Witte Huis lopen.

Op dit pad zijn echter nog wel enige obstakels te ontwaren. De ongeschoolde, blanke arbeiders waar Trump op rekent stemmen doorgaans immers sowieso al op de Republikeinen. Als Trump het beter wil doen dan Mitt Romney in 2012 zal hij ook zijn aantrekkingskracht onder andere bevolkingsgroepen moeten verbeteren. Na het verlies van Romney in 2012 kwam het Republikeinse partijcomité niet voor niets met het idee om de partij een meer inclusief karakter te geven en beter te communiceren met groeiende bevolkingsgroepen als latino’s. Voorlopig lijkt Trump echter niet in staat de Republikeinse coalitie te verbreden. Dit kan hem opbreken in swing states met een diverse bevolking. Voorbeelden hiervan zijn Colorado, Nevada en bovenal Florida. In deze staten wonen relatief veel latino’s die aanstoot nemen aan zijn controversiële uitspraken over Mexicanen en andere immigranten. Een andere groep die Trump nog niet heeft weten te overtuigen zijn hoogopgeleide blanken, iets wat hem vooral problemen kan opleveren in de swing states van Virginia en North Carolina.

Om deze redenen is Trump voorlopig de underdog. Clinton heeft in de peilingen inmiddels een voorsprong opgebouwd van vijf tot zes procentpunt en de modellen van de statistici van de website FiveThirtyEight geven Clinton momenteel dan ook tussen de 72% en 77% kans op de overwinning in november. Deze voorspelling komt overeen met de inschattingen van de bookmakers. Om het tij te keren ontsloeg Trump eind juni zijn chaotische campagneleider en verving hem door een meer ervaren en gedisciplineerde strateeg. Dit lijkt vooralsnog niet het gewenste effect te hebben. Terwijl Clinton afgelopen week onder vuur lag vanwege haar e-mailperikelen was Trump druk bezig met het verhelderen van zijn positieve uitspraken over Saddam Hoessein en het weerleggen van beschuldigingen van antisemitisme. Als hij niet zelf continu in opspraak was geweest was hij wellicht beter in staat geweest Clinton het vuur aan de schenen te leggen.

Een ander probleem waar Trump mee te kampen heeft is dat nu al duidelijk is dat hij veel minder geld zal ophalen dan gebruikelijk is voor een presidentskandidaat. Trump begon de maand juni met $1,3 miljoen in zijn campagnekas terwijl Clinton $43 miljoen achter de hand had. In juni besloot de Trump-campagne om toch wat meer tijd te besteden aan het spekken van de campagnekas maar de $51 miljoen die hij binnenhaalde was nog steeds beduidend minder dan de $69 miljoen die de Clinton-campagne liet bijschrijven. Om dit geld binnen te halen moest hij daarnaast persoonlijk komen opdraven bij evenementen voor donoren in staten als Texas en New York waar campagne voeren weinig zin heeft.

Clinton beschikt voorlopig dus over meer financiële middelen om haar boodschap over te brengen. Haar campagne probeert dit voordeel uit te buiten door voor tientallen miljoenen aan advertenties in te kopen. Ze neemt hierbij een voorbeeld aan de Obama-campagne van 2012, die er door middel van een succesvolle advertentiecampagne in slaagde om Romney al vroeg weg te zetten als een ongevoelige rijkaard die niet begaan was met het gewone volk. Trump gelooft niet zo in het belang van advertenties en sinds hij de nominatie op zak heeft heeft hij hier vrijwel geen cent meer aan besteed. Welke aanpak de juiste is valt nog te bezien. Wat wel vast staat is dat tussen juni en november de Clinton-campagne en aanverwante groepen nu al voor $117 miljoen aan advertentieruimte hebben gereserveerd. De Trump-campagne heeft hieraan vooralsnog slechts $700.000 besteed. Al deze advertenties zullen enkel te zien zijn in een select aantal staten. Welke staten dat zijn? Colorado, Florida, Iowa, Nevada, New Hampshire, North Carolina, Ohio, Pennsylvania en Virginia.

Het financiële voordeel stelt Clinton daarnaast in staat om een veel omvangrijkere campagne-infrastructuur op te bouwen. Clinton kan het zich simpelweg veroorloven een veel grotere staf in dienst te hebben. Ze kan een organisatie opbouwen met medewerkers die in de swing states zelf actief zijn en fulltime bezig zijn kiezers te bereiken en ze te motiveren daadwerkelijk naar de stembus te gaan. Medewerkers die vrijwilligers kunnen aansturen om mensen op te bellen en om langs de deuren te gaan. Medewerkers die informatie kunnen verzamelen om advertenties beter aan te laten sluiten op de verlangens van het electoraat. Trump heeft tijdens de voorverkiezingen heel weinig gebruik van gemaakt van dit zogeheten ground game en lijkt er ook voor november weinig aandacht aan te besteden. Hij rekent erop dat het Republikeinse partijcomité zijn kiezers weet te mobiliseren. Ook hier zal alleen de tijd leren of het een juiste inschatting is.

De komende weken staat er een hoop op het programma. De vicepresidentskandidaten zullen binnenkort bekend worden gemaakt waarna tijdens de conventies de kandidaten officieel zullen worden genomineerd. Met name de Republikeinse conventie belooft een waar spektakel te worden met enkele delegates die vastberaden zijn om Trump van het stembiljet te houden en bij alles tegen te werken. Bij de Democraten wordt het vooral interessant om te zien of Bernie Sanders een toespraak in primetime krijgt toebedeeld waarin hij zijn aanhangers oproept zich achter Clinton te scharen. Hierna begint de campagne pas echt.