Olympische geschiedenis in het kort - 5

heywoodu

Veel sporters zijn al volle bak bezig met de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, die in augustus 2016 van start gaan. Ook bij FOK!sport zijn we in voorbereiding en dat gaan we onder meer doen met deze nieuwe rubriek. In de aanloop naar Rio komen we elke zondagochtend met een tiental statistieken, weetjes, korte verhaaltjes en meer uit de bijzonder rijke olympische geschiedenis, vaak geholpen door de enorme hoeveelheid informatie van Sports-Reference. Een vaste lijn zit er niet in: we houden geen chronologische volgorde aan en dus kan een statistisch weetje uit 2012 zomaar onder een opmerkelijke anekdote uit 1896 staan, maar we blijven zoeken naar opmerkelijke wetenswaardigheden. Let the Games begin!

Olivér Halassy was een bijzondere man. Dat hij met de Hongaarse waterpoloploeg drie keer op rij een olympische medaille won - waarvan twee keer goud - is natuurlijk bijzonder, maar Halassy speelde met een toch vrij forse handicap: als 8-jarig jongetje was hij na een tramongeluk een flink deel van zijn linkeronderbeen kwijtgeraakt. Ondanks die handicap zou hij een van de grootheden uit het Hongaarse waterpolo worden, met 91 interlands en een hele sloot goals op de grote toernooien. Als zwemmer deed hij het overigens ook erg goed, met meer dan twintig nationale titels, twaalf nationale records en een plekje in de Hall of Fame van de internationale zwembond FINA.

Alfred Hajos uit Hongarije wilde tijdens de eerste moderne Spelen in 1896 aan alle drie vrij toegankelijke zwemonderdelen meedoen: de 100, 500 en 1200 meter. De wedstrijden werden echter direct achter elkaar gehouden en dus lukte het de 18-jarige Hajos na de door hem gewonnen 100 meter niet om op tijd aan de start van de 500 meter te verschijnen. De 1200 meter won hij vervolgens met bijna drie minuten voorsprong.

Coca Cola is een van de bekendste sponsoren van de Olympische Spelen. Ze begonnen daar in 1928 in Amsterdam mee. Het Amerikaanse team kreeg destijds duizend kratjes cola van het merk en sindsdien is de drankjesfabrikant niet meer van de Spelen weg te slaan.

Olivér Halassy tijdens het EK waterpolo in 1931. Ondanks zijn handicap werd hij een nationale grootheid (WikiCommons/Materialscientist)
Olivér Halassy tijdens het EK waterpolo in 1931. Ondanks zijn handicap werd hij een nationale grootheid (WikiCommons/Materialscientist)

De Olympische Winterspelen van 1960 in Squaw Valley kenden een bekende die verantwoordelijk was voor de openings- en sluitingsceremonies: die waren namelijk in handen van Walt Disney. De ceremonies kenden duizenden ballonnen, ijsbeelden, witte duiven en de vlaggen werden per parachute het stadion binnengebracht.

Op de Winterspelen van 1924 kreeg de Noor Thorleif Haug het brons omgehangen bij het schansspringen. In 1974, tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van de 50e 'verjaardag' van het team van 1924, ontdekte historicus Jacob Vaage echter dat Haug helemaal geen medaille had moeten krijgen. Er was een foutje in de score gemaakt en het brons had voor de in Noorwegen geboren Amerikaan Anders Haugen moeten zijn. Later dat jaar kwam de 86-jarige Haugen naar Noorwegen en kreeg hij de bronzen medaille van de al in 1934 overleden Haug overhandigd door diens jongste dochter.

De langstlevende meervoudig olympisch kampioen ooit is Leon Stukelj, geboren in Oostenrijk-Hongarije, op de Spelen aanwezig als Joegoslaaf en overleden als Sloveen. Stukelj pakte in 1924 twee keer turngoud en voegde er in Amsterdam 1928 nog één aan toe. Daarnaast won hij nog één zilveren en twee bronzen medailles. De in 1898 geboren Stukelj overleed in 1999, vier dagen voor zijn 101e verjaardag.

Anders Haugen, winnaar van olympisch schansspringbrons in 1924....zo bleek vijftig jaar later (Foto: Getty)

Bermuda is het land met de minste inwoners op de olympische medaillespiegel. Bokser Clarence Hill pakte in 1976 brons in het zwaargewicht en schonk zijn land zo een plekje in de olympische geschiedenis.

Het ging de organisatie van de Spelen van 1928 in Amsterdam financieel niet bepaald voor de wind en dus besloot NOC*NSF het Nederlandse publiek om hulp te vragen. Gelukkig was men destijds nog een stuk meer geïnteresseerd in de Spelen in eigen land dan tegenwoordig en binnen de korste keren werd er anderhalf miljoen gulden opgehaald.

Dertien van de veertien succesvolste Belgische olympiërs ooit wonnen al hun medailles bij het boogschieten. Op Hubert van Innis na won iedereen al die medailes ook nog eens alleen tijdens de Spelen van Antwerpen in 1920. Geen toeval, want op vier van de tien onderdelen deden alleen Belgen mee, waaronder twee landenwedstrijden met België als enige deelnemer. Op de overige onderdelen deden slechts een handvol verdwaalde Fransen en Nederlanders mee.

Het hoog- en verspringen vanuit stand stond in 1912 voor de vierde en laatste keer op het olympisch programma. De legendarische Amerikaan Ray Ewry won in 1900, 1904 en 1908 het goud op beide onderdelen, net als tijdens de 'Intercalated Games' van 1906 - die tegenwoordig niet meer als officiële Spelen gezien worden. In 1900 en 1904 won hij overigens ook de hinkstapsprong uit stand en dus is hij achtvoudig olympisch kampioen. In 1912 deed hij niet meer mee en won landgenoot Platt Adams met 1,63 meter het hoogspringen vanuit stand. Tweede werd zijn jongere broer Benjamin Adams (1,60m), voor de Griek Konstantinos Tsiklitiras (1,55m). Laatstgenoemde ging bij het verspringen uit stand met 3,37 meter met het goud aan de haal, voor Platt (3,36m) en Benjamin Adams (3,28m). 

Het olympisch verspringen uit stand in Stockholm in 1912 (Bron: YouTube)

Het olympisch hoogspringen uit stand in Stockholm in 1912 (Bron: YouTube)