Vuelta etappe 18: Roa - Riaza, 204 km

Nattekat

Tom Dumoulin moest het doen en hij deed het. Hij leverde een geweldige tijdrit af en won glorieus de rit, met een minuut voorsprong op de tweede, Maciej Bodnar. Rodriguez kreeg het weer voor elkaar om totaal niet te presteren op het moment dat het moest en verloor meer dan drie minuten op Dumoulin. Het was waarschijnlijk zo'n beetje de laatste kans voor Rodriguez om nog eens een grote ronde te winnen, maar dat kan hij nu wel op z'n buik schrijven. Meer dan een minuut achter op Dumoulin het algemeen klassement, dat gaat lastig worden. Ook Majka viel weg, hij kon het voorbeeld van zijn ploeggenoot Bodnar niet volgen en verloor meer dan twee minuten. Helaas voor Dumoulin reed Aru wel een bijzonder sterke tijdrit. Fabio wist de schade te beperken en verloor minder dan twee minuten. Dat was ook zo'n beetje zijn achterstand in het algemeen klassement, het werd dus een secondenspel. Het ging net goed voor Dumoulin, hij heeft nu drie seconden voorsprong op Aru. Dat is voor de koers prachtig, we krijgen nog bijzondere dagen op deze manier. Sowieso was deze overwinning ook weer heel bijzonder, een Nederlander die een tijdrit wint in een grote ronde hebben we ook al lang niet meer meegemaakt. De vierde overwinning in deze Vuelta, voor het eerst sinds de Tour van 2000 weer eens vier overwinningen in dezelfde ronde. Ongelooflijk wat we deze Vuelta allemaal te zien krijgen, de Nederlanders hebben al jaren niet meer zo goed gepresteerd. Bovendien Tom dus weer in de leiderstrui, hij heeft nu daadwerkelijk een kans om de Vuelta te winnen. Dat zou helemaal bizar zijn, maar Madrid is nog ver. Drie lastige ritten nog, met de nodige heuvels. Allemaal ritten zonder aankomst bergop, maar in een afdaling kan je net zo goed verrast worden. Tom moet nog een paar dagen scherp blijven en vooral heel goed Aru in de gaten houden. Drie dagen lang op het puntje van je stoel zitten. De eerste van die drie dagen gaan we van Roa naar Riaza, met wat klimmetjes onderweg en een aankomst na een afdaling. Aankomsten na een afdaling in de Vuelta, moet niet gekker worden. Alles kan dit jaar.

De route van Roa naar Riaza (Afbeelding: letour.fr)
De route van Roa naar Riaza (Afbeelding: letour.fr)


Het profiel van vandaag, zonder eindklim (Afbeelding: letour.fr)
Het profiel van vandaag, zonder eindklim (Afbeelding: letour.fr)

Na de tijdrit zitten we een stuk ten zuiden van Burgos, in het dorpje Roa. Veel inwoners heeft Roa niet, er wonen amper 2500 mensen. We zitten nog steeds in Castilië en León en daar blijven we een groot deel van deze rit ook. Roa ligt aan de Río Duero en ligt in de Ribera del Duero, een wijnstreek. In de directe omgeving van Roa zijn de wijngaarden nog niet te vinden, het is een beetje kaal in de buurt van dit dorp. In het dorp zelf is niet zo gek veel te doen. Er is een leuk pleintje en er staat een aardig kerkje, Colegiata de Santa María. Verder zijn ze in Roa vooral trots op het feit dat Francisco Jiménez de Cisneros in het dorp heeft gewoond en er ook is overleden. Cisneros was een Spaans staatsman en kardinaal van de Rooms-katholieke kerk, ergens in de 15 eeuw. Dit dorp maakt voor het eerst deel uit van de Vuelta, maar dat is ook best logisch aangezien er in Roa verder toch niets te beleven is. De renners verlaten Roa snel en fietsen nog even langs de Río Duero voor ze richting het zuiden gaan.

Rio Duero, het laatste vlakke stuk (Foto: WikiCommons)
Rio Duero, het laatste vlakke stuk (Foto: WikiCommons)

Santa María la Real in Aranda de Duero (Foto: WikiCommons)
Santa María la Real in Aranda de Duero (Foto: WikiCommons)

Voor er echt helemaal naar het zuiden wordt gefietst mogen ze eerst nog 15 kilometer door de Ribera del Duero fietsen. Na 15 vlakke kilometers komen ze dan door Aranda de Duero en laten we de Río Duero achter ons. Aranda de Duero is nog wel een mooie stad, daar hadden we beter kunnen starten. Over brede en enorm rechte wegen wordt er nu richting het zuiden gefietst. De omgeving is niet echt inspirerend, het is ontzettend kaal. Na 25 kilometer, als het dorpje Fuentelcésped gepasseerd wordt, begint de weg een beetje vals plat omhoog te lopen. Stelt allemaal niet veel voor, het eerste deel van deze rit is behoorlijk makkelijk. Na een kilometer of 50 komen de renners langs een stuwmeertje te fietsen, dat is op dat moment eigenlijk het hoogtepunt van de rit. Het loopt eigenlijk de hele tijd een beetje vals plat omhoog, hoewel het vaak ook gewoon totaal vlak is. We zijn nu al aardig in de buurt van de eerste serieuze klimmetjes van de dag. Na 61 kilometer wordt Ayllón gepasseerd, een van de weinige dorpjes in deze omgeving waar nog wel wat bezienswaardigheden zijn.

Het startpunt van de klim, Ayllón (Foto: WikiCommons)
Het startpunt van de klim, Ayllón (Foto: WikiCommons)

De eerste klim van de dag begint na 75 kilometer, als de renners Santibañez de Ayllón passeren. Deze beklimming van de derde categorie is bijna acht kilometer lang een een procent of vijf gemiddeld. Op de top van de klim verlaten we Castilla y León en betreden we Castilla-La Mancha. We fietsen door een dunbevolkt gebied en dat is aan de staat van de wegen wel te zien. Aan die wegen hier hebben ze al minstens 20 jaar niets meer gedaan, lijkt echt nergens op. Op de top van de Alto Santibañez de Ayllón volgt er niet direct een afdaling, het gaat een beetje lafjes naar beneden. De weg is in de afzink wel iets beter dan de weg bergop, dat scheelt al een hoop. Het is wel behoorlijk bochtig en echt breed is de weg nu ook weer niet. Tien kilometer na de top van de eerste klim van de dag begint de tweede. De Alto del Campanario is 6,5 kilometer lang en ook iets van vijf procent gemiddeld. Het zijn niet de spannendste beklimmingen tot nu toe, hier hoeft Dumoulin nog niet bang voor te zijn. Deze beklimming is er ook een van de derde categorie, voor de bergpunten hoeven we het dus ook niet te doen. Deze tweede klim heeft richting de top weer een wat bredere weg en een aardig wegdekje. Zo'n beetje halverwege de klim wordt Galve de Sorbe gepasseerd en hier is niets te beleven, maar er is wel een kasteel. Net na Galve de Sorbe zit ook de enige lastige kilometer van de klim, het stijgt even aan 7%. De rest van de klim stelt bijzonder weinig voor.

Galve de Sorbe, halverwege de klim (Foto: WikiCommons)
Galve de Sorbe, halverwege de klim (Foto: WikiCommons)

Op de top hebben de renners 100 kilometer afgelegd, bijna op de helft. De afdaling die volgt is niet echt lastig, er is een brede weg en er zijn niet echt veel bochten. Bovendien is het een behoorlijk onregelmatige afdaling, er zit af en toe ook nog een stuk bij waar het weer even omhoog loopt of waar het vlak is. Van een echte afdaling kan je eigenlijk niet eens spreken. Dit wordt anders na 114 kilometer. De renners verlaten dan de grote, brede weg en komen op een of ander plattelandsweggetje terecht. Dit weggetje is smal, verkeert in een lachwekkende staat en nu moet er dus wel echt gedaald worden. Paar lastige bochtjes nog, maar de afdaling duurt niet echt lang. Vrij snel begint het weer omhoog te lopen. We zitten op terrein waar het continu op en af gaat, ergens in het midden van het niets. Hier woont daadwerkelijk geen hond. Na 124 kilometer passeren we het dorpje Valverde de los Arroyos en hier wordt de weg weer wat breder en beter. Toch mooi tien kilometer over een weg waar je je koeien nog niet over zou vervoeren. Gecombineerd met het feit dat het continu op en af gaat kan dat nog wel eens een nerveus gedeelte van de rit worden. Na Valverde de los Arroyos loopt het voornamelijk omhoog, tot Palancares na een kilometer of 132 aangedaan wordt. Hier moet dan weer even afgedaald worden. Een korte afdaling, gevolgd door een kort klimmetje. Alle klimmetjes hier zijn vrij kort en vrij steil, deze etappe is eigenlijk lastiger dan je op papier zou verwachten. Er zit geen meter vlak bij, continu op en af, over redelijk smalle weggetjes. Wel een mooi gebied waar we zitten, qua natuur is er genoeg te zien. Veel dorpjes zijn er niet, maar de dorpjes die er zijn vallen ook op. Campillejo bijvoorbeeld, waar na 157 kilometer de tussensprint is. Bijzondere huisjes hier. Het profiel van deze rit is overigens totaal niet serieus te nemen, het gaat echt de hele tijd flink op en af, talloze korte steile klimmetjes. Af en toe nog een stukje weg dat ergens op lijkt, maar grote delen van de tijd een weg met overal scheuren en gaten.

De wegen rond Palancares (Foto: Google Streetview)
De wegen rond Palancares (Foto: Google Streetview)

Na de tussensprint blijft het beeld hetzelfde. Veel op en af, met af en toe bij die stukjes naar beneden nog een pittig bochtje. De stukken omhoog zijn nog steeds steil. Een paar kilometer na de tussensprint komen de renners door Majaelrayo en hier zou je de slotklim eigenlijk al kunnen laten beginnen. Vlak wordt het in ieder geval niet meer. Na Majaelrayo loopt het twee kilometer omhoog aan 3,5%, met wel wat korte stroken aan 10%. Het wegdek maakt het hier extra lastig, dat wisselt namelijk de hele tijd. Af en toe een stukje normaal asfalt, dan wat pure ellende, dan nog een stukje hormigón, oftewel beton, tussendoor. Die stukken beton liggen vooral als het even omhoog loopt, om het geheel nog even wat minder goed te laten lopen. Er volgt een korte afdaling, waarna het ongeveer vijf kilometer omhoog loopt aan 4%. Het is echt onzettend onregelmatig, de stukken vals plat en stroken aan 10% wisselen elkaar in rap tempo af. Na dit tweede klimmetje daalt het even een kilometer of drie, maar daarna gaat het meteen weer omhoog. Twee kilometer aan 5,4%, met uitschieters naar 11%. Drie korte klimmetjes gehad, dan wordt er weer drie kilometer gedaald, voor Puerto de la Quesera echt begint. De korte afdalingen hebben nog wel een paar lastige bochtjes, vooral omdat het gebied hier goed begroeid is. Allemaal bomen en struiken langs de kant van de weg, waardoor het soms wat lastig te zien is hoe de bocht loopt. De Puerto de la Quesera is een beklimming van de eerste categorie is in totaal 27 kilometer lang, maar het deel dat nu begint is 10 kilometer lang. Gemiddeld 5,2%, dus niet echt lastig. Begint nog wel met een kilometer aan 7%, maar al snel komt het niet meer boven de zes procent af. De laatste kilometers van de klim komt het niet meer boven de vijf procent af, hier moeten ze Tom niet kunnen lossen.

De laatste klim voor de finish
De laatste klim voor de finish


Hayedo de la Padrosa
Hayedo de la Padrosa

Op de top bereiken de renners Castilla y León weer en meteen wordt de weg een stuk slechter. Het laatste deel van de klim was de weg nog wel redelijk goed, maar zodra de afdaling begint lijkt het helemaal nergens meer op. Op de top hebben we 191 kilometer gehad en is het nog 13 kilometer tot de finish in Riaza. De afdaling is niet echt lastig, niet echt een geschikte afdaling om de rode trui aan te vallen. Er zitten wel wat bochten in, maar die zijn op een enkeling na niet echt lastig. Verder daalt het niet eens de hele tijd, er zitten wat vlakkere stukken bij en zelfs nog een paar stroken waar het weer omhoog loopt. Als het wel echt daalt lijkt het niet verschrikkelijk steil naar beneden te lopen. Dumoulin hoeft niet echt bang te zijn voor deze afdaling, op het feit na dat de weg niet echt perfect is. Met zo'n slecht wegdek moet je natuurlijk geen stuurfoutjes maken en heb je iets meer kans op lekke banden. Van levensgevaarlijke bochten en stukken waar het aan 10% naar beneden loopt hebben we in deze afdaling geen last. De laatste kilometers van de rit wordt het helemaal vlak. In de slotkilometers zit totaal geen bocht, helemaal niks. Drie kilometer lang rechtdoor richting de streep, ook wel eens leuk. We finishen ergens aan de buitenkant van Riaza, midden in het niets.

De laatste vijf kilometer richting Riaza (Afbeelding: lavuelta.es)
De laatste vijf kilometer richting Riaza (Afbeelding: lavuelta.es)

De eerste van drie spannende ritten eindigt in Riaza, een dorpje met 2500 inwoners in Castilly y León, provincie Segovia. Net als de startplaats een klein dorpje met iets meer dan 2000 inwoners, geen grote steden vandaag. We hebben nu de hele dag door zo'n beetje het dunbevolkste gebied van Spanje gereden. Genoeg natuur gezien onderweg, maar amper dorpjes en totaal geen steden. Aangezien hier toch niemand komt liggen er over het algemeen weinig fatsoenlijke wegen, dat kan tijdens deze rit wel eens een rol gaan spelen. In Riaza is niet veel te doen, hoewel men wel wil doen geloven dat er iets te doen is. Er zouden jaarlijks veel toeristen op Riaza afkomen omdat het aan de voet van de Sierra de Ayllón ligt. Het klopt inderdaad dat het aan de voet van die Sierra ligt, maar of mensen dan weer speciaal naar Riaza afreizen vraag ik me af. Ze gaan er prat op dat de toeristische traditie in Riaza al een eeuw bestaat. Moet niet gekker worden allemaal. De Vuelta is hier nog nooit geweest en dat is ook best begrijpelijk. De natuur is allemaal dik in orde, maar verder moet je hier natuurlijk niet zijn. Hoewel er bij de plaza mayor, het grote plein, nog wel wat barretjes zijn. Een beetje zuipen en een beetje stelen behoort tot de mogelijkheden in Riaza.

Het eindpunt van de etappe, Riaza (Foto: WikiCommons)
Het eindpunt van de etappe, Riaza (Foto: WikiCommons)

Het wordt een graadje of 24 in Castilië en León tijdens deze rit. Prima weer om een rondje te fietsen, niks mis mee verder. Geen kans op neerslag, hoewel je altijd maar moet afwachten hoe betrouwbaar die weerberichten zijn. In Burgos waren er ook ineens een paar druppeltjes te zien, terwijl die niet echt verwacht werden. Er zal niet veel wind zijn waarschijnlijk, had in het begin van de rit op de hoogvlakte nog wel interessant kunnen zijn. Geen extra spektakel dus, het zal van het parcours zelf moeten komen. De renners vertrekken om 12.42u en beginnen dan aan een van de langste ritten van deze Vuelta. De uitzending zal weer rond 16.00u beginnen, dan fietsen de renners in de omgeving van Palancares, op een kilometer of 70 van de finish. De finish in Riaza wordt tussen 17.26u en 17.55u verwacht.

Normaal is dit een typische overgangsetappe die naar een groepje vluchters gaat. Het is een rit die lastig te controleren is, door al die korte klimmetjes en korte afdalingen. Door de tijdrit in Burgos zouden we nu alleen wel eens een ander koersverloop kunnen krijgen. Aru staat drie seconden achter Dumoulin en moet ergens die tijd terug gaan pakken. Veel kansen krijgt hij niet, er zijn nog maar drie serieuze ritten over. Deze rit is de eerste rit en lijkt op papier nog wel geschikt. Als je het dan wat beter bekijkt is deze rit wel lastig, maar waarschijnlijk niet lastig genoeg om Dumoulin te lossen. Het gaat wel de hele dag op en af, maar het wordt nooit echt zo lastig dat je Dumoulin even kan lossen. Er zitten wel veel korte klimmetjes bij met stroken aan tien procent, maar dat kan Dumoulin allemaal aan. In de heuvels was hij altijd al sterk, zijn probleem ligt eerder bij de langere beklimmingen. Die zijn er in deze rit niet echt, de Quesara is ook niet echt lastig genoeg om Tom in verlegenheid te brengen. Paar kilometertjes aan 5%, kom nou. Dan zou het dus van de afdaling moeten komen, maar ook die is niet verschrikkelijk lastig. Als Tom zich daar laat ringeloren moet hij per direct stoppen met fietsen. Nee, van deze rit gaat het niet komen denk ik. Vrijdag en zaterdag meer kansen. Deze rit moet voor een groepje vluchters worden.
1. Gonçalves. Caja Rural mag van mij wel een keer winnen. Kleuren toch altijd de Vuelta, ook dit jaar weer. Fraile heeft de bergtrui al zo'n beetje binnen en verder zijn ze in zo'n beetje iedere rit wel in de aanval geweest, of zoals Angel Madrazo in de chasse patat. Moet allemaal kunnen, Caja Rural zorgt wel voor leven in de brouwerij. Gonçalves is deze Vuelta de beste renner van Caja Rural, hij heeft al een aantal keer vrij duidelijk in beeld gereden en zelfs een paar keer vrij kort gereden. Dit is een mooie rit voor hem om nog eens in de aanval te gaan. Als hij eenmaal in de kopgroep zit en die groep gaat het halen is hij een gevaarlijke kandidaat, omdat hij goed kan klimmen en ook nog eens redelijk rap is.
2. Plaza. Deze malle Spanjaard van Lampre is al een aantal keer in de aanval geweest, maar nog niet met zoveel succes als in de Tour. De rit die hij in de Tour won, naar Gap, is wel een klein beetje te vergelijken met deze rit. Misschien dat het Ruben kan inspireren tot grootse daden.
3. Rubiano. Colombiaantje dat zichzelf een beetje te kort houdt. Ooit een rit gewonnen in de Giro na een succesvolle aanval, dan moet je eeuwig blijven aanvallen natuurlijk. Hij heeft het al wel eens geprobeerd deze Vuelta, maar niet echt met succes. Blijven proberen, Miguel. Kan aardig klimmen, dus dan is zo'n rit natuurlijk wel prima. Geen zware aankomst bergop, dan heeft het voor hem ook niet echt zin om in de aanval te gaan. Dit zou beter moeten werken.
4. Teunissen. De Teun rijdt een verschrikkelijk anonieme Vuelta en dat is best jammer. Heeft ontzettend veel talent, maar zo'n eerste grote ronde is dan blijkbaar toch vrij lastig. Moet nog wel een keer in de aanval om zich aan het grote publiek te tonen. Nu dan maar, prima ritje daarvoor.
5. Reguigui. Youcef Reguigui, Youcef Regui. Deze Algerijn van MTN nog veel te weinig gezien. Die Afrikaantjes kunnen allemaal heel behoorlijk fietsen, maar als ze niet in beeld rijden merk je daar verder weinig van. Berhane en Grmay hebben hun visitekaartjes wel afgegeven en Louis Meintjes kent ondertussen iedereen, nu de beurt aan Reguigui om te laten zien dat hij ook wel weet wat hard fietsen is. Met alleen een goede prestatie in de Ronde van Langkawi kom je ook niet weg.

Volg de etappe ook op ons forum!