Jong Oranje laat zien hoe het moet en wint wel in Turkije

Redactie

Waar de 'grote jongens' faalden, slaagde Jong Oranje wel: winnen in en van Turkije. De talentvolle ploeg van bondscoach Fred Grim boekte dinsdagavond in Istanbul de tweede zege in de EK-kwalificatie. Na de 4-0 tegen Cyprus in Deventer werden de Turkse beloften voor eigen publiek verslagen: 0-1.

Jean-Paul Boëtius, van Feyenoord verhuisd naar FC Basel, maakte de treffer. Hij mikte tien minuten voor rust van afstand fraai raak. Eraan vooraf ging een uitstekende aanval, waaraan verscheidene spelers een aandeel hadden. De Nederlandse defensie, met onder anderen Karim Rekik en Sven van Beek, werd in de eerste helft amper op de proef gesteld.

Na de hervatting toonden de Turken meer aanvallende bedoelingen. Tot grote kansen leidde dat initiatief niet. Pas een kwartier voor tijd kreeg de thuisploeg de eerste serieuze mogelijkheid. Doelman Mickey van der Hart voorkwam de gelijkmaker.

Grim gaf na ruim een uur Oussama Tannane, op het laatste moment aan de selectie toegevoegd, opnieuw gelegenheid minuten te maken als international. De aanvaller van Heracles verving Boëtius. Later kwamen ook nog Mimoun Mahi (voor Ricardo Kishna) en Thom Haye (voor Tonny Vilhena) in het veld.

Mahi was in de slotfase dicht bij de 0-2, maar stuitte op keeper Okan Kocuk. Nog geen minuut later liet Bilal Basaçikoglu na voor 1-1 te zorgen. De middenvelder van Feyenoord, die werd geboren in Zaanstad en in de eredivisie debuteerde bij sc Heerenveen, knalde vrij voor het Nederlandse doel ongecontroleerd over. De Turkse druk bleef zonder succes.

De Italiaanse scheidsrechter Davide Massa vond het optreden van Jong Oranje, vooral na rust, vaak niet in de haak. Hij gaf Kishna, Boëtius, Nathan Aké, Hans Hateboer, Van Beek en Vincent Janssen geel. Slechts twee Turken kregen een waarschuwing, onder wie Basaçikoglu.