Rebellen Oekraïne trekken wapens terug

Redactie

De pro-Russische separatisten in het oosten van Oekraïne zijn naar eigen zeggen dinsdag begonnen met het terugtrekken van zware wapens van het front. De terugtrekking is onderdeel van een internationaal vredesplan en moet ervoor zorgen dat er een bufferzone ontstaat tussen de separatisten en het regeringsleger.

De bewering van rebellenleider Edoeard Basoerin kan vooralsnog niet onafhankelijk worden bevestigd. Rebellen in de regio Loehansk zeiden eveneens dat er zware wapens werden weggehaald van het front. Het Oekraïense leger heeft niet gereageerd op de bewering van de separatisten, maar maandag liet het weten pas een begin te maken met de terugtrekking als de rebellen alle aanvallen hebben gestaakt.

Volgens het leger bestookten de rebellen dinsdag de stad Popasna zeven keer. Het dorp Loehanske werd eveneens beschoten. Ook probeerden rebellen stellingen van het Oekraïense leger te bestormen in de buurt van de plaats Sjyrokyne, dat in de buurt van de havenstad Marioepol ligt.

Michael Bociurkiw, woordvoerder van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, zei dat hij niets kon zeggen over de situatie totdat de OVSE-waarnemers aan het einde van de dag verslag uitbrengen. Maandag zei het hoofd van de OVSE Lamberto Zannier dat het akkoord ervoor heeft gezorgd dat het aantal aanvallen van beide partijen 'significant' is afgenomen. Dinsdag komen de minister van buitenlandse zaken van Rusland, Oekraïne, Duitsland en Frankrijk bij elkaar in Parijs om de laatste ontwikkelingen te bespreken.

Het vredesakkoord werd op 15 februari getekend. In het akkoord staat dat de wapens moeten worden weggehaald van het front. Afhankelijk van het kaliber van de wapens moeten ze 25 tot 70 kilometer van het front worden verplaatst. Het staakt-het-vuren is al herhaaldelijk geschonden en de vrees bestaat dat de strijd gewoon wordt voortgezet.