'Overheid krijgt motorclubs niet weg'

Redactie

Politie en justitie, maar ook andere organisaties als gemeenten en de Belastingdienst werken er hard aan, maar een verbod op zogenoemde outlaw motorcycle gangs (OMG's) zit er in Nederland voorlopig niet in. Nederland volgt nog niet het voorbeeld van Duitsland, waar de minister van Binnenlandse Zaken dinsdag motorclub Satudarah verbood.

Het debacle uit 2009 met de Hell's Angels zit Nederland nog altijd in de weg. Toen lukte het niet om de afdelingen van de angels verboden te krijgen. De Hoge Raad bepaalde namelijk dat het Openbaar Ministerie (OM) te weinig bewijs had voor een verbod op de angels in Harlingen. Er kon niet hard worden gemaakt dat alle leden en dus de hele club crimineel was.

Sindsdien proberen minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie, OM en politie de OMG's op andere manieren aan te pakken. Sinds 2012 geldt er een zerotolerancebeleid. Individuele leden van clubs als de Hells Angels, Satudarah, Bandidos, No Surrender en Trailer Trash Travellers worden in de gaten gehouden en voor de rechter gebracht als zij crimineel gedrag vertonen.

Ook moet het voor leden van dergelijke clubs onmogelijk worden om als ambtenaar of beveiliger te werken en wordt de invloed van de outlawclubs op de harde kern voetbalsupporters bestreden. Gemeenten mogen geen evenementen meer toestaan waarbij overduidelijk leden van criminele clubs betrokken zijn. Nederland en onder meer Duitsland werken samen om de clubs aan te pakken.

Het OM gaat niet voor een algeheel verbod, zolang er geen motorclubs als criminele organisatie zijn veroordeeld. De komende tijd komt er volgens het OM een aantal zaken aan waarin het OM aan de rechter zal vragen (afdelingen van) motorclubs als criminele organisatie aan te merken.

Volgens een rapport van het Informatie- en Expertisecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie uit oktober heeft tachtig procent van de leden van de OMG's een strafblad. Bij de politie waren tot eind 2014 bijna 1300 OMG-leden bekend.

Tussen 2011 en 2014 begonnen politie en justitie 88 opsporingsonderzoeken en strafzaken over (leden van) criminele motorclubs, aldus het rapport. De meeste zaken, 35, hadden te maken met openbaar geweld, mishandeling, afpersing en diefstal met geweld. Circa 25 zaken gingen over de productie van en handel in drugs. Acht zaken hadden te maken met (poging tot) moord en doodslag.