ICJ: Servië beging geen genocide in Kroatië

Servië heeft zich tijdens de Balkanoorlogen in de jaren negentig in Kroatië niet schuldig gemaakt aan genocide. Dat heeft het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag dinsdag geoordeeld. Ook Kroatië maakte zich volgens het ICJ niet schuldig aan volkerenmoord in Servië.

Servische troepen begingen in het begin van de oorlog in Kroatië wel op grote schaal misdaden, maar die kwamen niet neer op volkerenmoord, aldus het ICJ.

Kroatië zat zelf ook in het beklaagdenbankje. Volgens de Serviërs waren het juist de Kroaten die zich schuldig maakten aan genocide, tijdens een campagne in 1995 die bedoeld was om grondgebied te heroveren op Servische rebellen. Ook in dit geval was er sprake van ernstige misstanden, aldus de rechters van het ICJ, maar niet van genocide.

Het hof riep beide landen op zich samen in te zetten om in het reine te komen met hun verleden. "Het hof moedigt de partijen aan door te gaan met samenwerken om de slachtoffers (...) op gepaste wijze schadeloos te stellen en daarmee de vrede en stabiliteit in de regio te bevorderen", zei ICJ-voorzitter Peter Tomka.

Het vonnis is op zich niet heel verwonderlijk. Het Joegoslaviëtribunaal, dat eveneens in Den Haag is gevestigd, heeft nog nooit een Serviër of een Kroaat genocide in het territorium van de ander ten laste gelegd.