ECB vermindert eigen 'vuurkracht' met besluit

Redactie

De Europese Centrale Bank (ECB) snijdt zichzelf mogelijk in de vingers met het donderdag aangekondigde opkoopprogramma van staatsobligaties. Voor het besluit was een compromis nodig, waardoor nationale overheden een groot deel van de risico's dragen. Volgens de Tilburgse hoogleraar economie Harald Benink vermindert dit de 'vuurkracht' van de ECB bij toekomstige reddingsoperaties.

In 2012 kondigde ECB-president Mario Draghi het zogenoemde OMT-programma aan. Dat houdt in dat als een land in de problemen komt en daardoor geen geld meer kan lenen, de ECB te hulp kan schieten door staatsobligaties van dat land op te kopen. Tot nu toe is dit nog nooit nodig geweest. Maar de opmerking van Draghi dat hij 'er alles aan zal doen' om de euro overeind te houden, gaf de financiële markten toen de nodige rust.

Nu lijkt het er echter op dat wanneer de ECB staatsobligaties opkoopt, de risico's daarvan weer grotendeels bij de betreffende overheden komen te liggen. "Dus als Italië in de problemen komt, ligt het risico van de reddingsoperatie ook weer bij de Italiaanse overheid", redeneert Benink. Het OMT-programma is daarmee in zijn beleving een stuk minder krachtig geworden.

Het idee achter de nieuwe maatregelen is dat de ECB geld in de Europese economie pompt om deze en daarmee de inflatie in de eurozone te stimuleren. In hoeverre dit lukt hangt volgens de hoogleraar vooral af van waar het geld van de centrale bank terechtkomt.

Als er via het opkoopprogramma bijvoorbeeld vooral staatsobligaties bij pensioenfondsen weggekocht worden, dan blijft het geld in de financiële wereld. "Dan worden er vooral aandelen mee gekocht en dat heeft weinig zin."

Maar Benink heeft de indruk dat de ECB donderdag ook de mogelijkheid heeft geopend om geld te steken in Europese instituten als de Europese Investeringsbank (EIB). In dat geval kunnen er in heel Europa grote infrastructurele projecten mee worden gefinancierd en dat betekent wel een behoorlijke aanjager voor groei, aldus de econoom.