Ebola is splijtzwam in verkiezingsstrijd VS

Redactie

Ebola. Voor de inwoners van Sierra Leone, Guinee en Liberia is het een reëel gevaar, dat al duizenden levens heeft geëist. In de Verenigde Staten is het de nieuwste stok geworden om je tegenstander mee om de oren te slaan in de strijd om het Congres. Op 4 november gaat Amerika naar de stembus om nieuwe Congresleden en gouverneurs te kiezen en de angst die er bij velen al goed inzit wordt door de Republikeinen gebruikt om de regering van president Barack Obama, en daarmee alle Democratische kandidaten, op de korrel te nemen.

De roep om een inreisverbod voor reizigers uit de West-Afrikaanse landen wordt steeds luider. De aanstelling afgelopen vrijdag van een 'tsaar' die zich binnen de regering met ebola gaat bezighouden heeft daar niets aan veranderd.

Verzet tegen oude en vertrouwde splijtzwammen als de gezondheidszorgwet, die bekend staat als Obamacare, en het homohuwelijk is een stuk minder electoraal vruchtbaar dan het tot voor kort was. De noodklok luiden over ebola, en daarbij de link leggen met de regering, blijkt een stuk effectiever. In een recente peiling gaf bija twee derde van de ondervraagden aan voor een inreisverbod te zijn. Genoeg reden voor een aantal Democratische kandidaten om zich af te keren van het Witte Huis en zich achter reisbeperkingen te scharen.

Maar de regering sluit een inreisverbod vooralsnog uit, en weet zich daarbij gesteund door experts. Een dergelijk verbod zou er alleen maar voor zorgen dat mensen uit West-Afrika de controles juist gaan omzeilen of gaan liegen over waar ze vandaan komen, redeneert de regering.

Daarnaast zijn er geen directe vluchten naar de VS vanuit Guinee, Liberia en Sierra Leone. Een inreisverbod zou ingewikkelder zijn dan alleen vluchten uit die drie landen in de ban doen: het zou gevolgen hebben voor vluchten uit bijvoorbeeld Europa en andere delen van de wereld.

Volgens ziektebestrijdingsdienst CDC landen er dagelijks zo'n 150 mensen uit de drie West-Afrikaanse landen in de VS, meestal vanuit Europa. "Doen we die vluchten dan in de ban?", vraagt Mike Leavitt, die minister van volksgezondheid was in de regering van president George W. Bush. Leavitt erkent dat een inreisverbod 'intuïtief aantrekkelijk is en simpel lijkt'. Zijn ministerie onderzocht dit idee in 2005 om het gevaar van vogelgriep in te dammen, maar wees het uiteindelijk af.

Tom Frieden, het hoofd van de CDC, probeerde de angst vorige week te temperen in een hoorzitting in het Congres. Door een inreisverbod zou de geringe controle die er nu over de verspreiding van het virus wordt uitgeoefend als sneeuw voor de zon verdwijnen.

"Als we dingen doen waardoor het moeilijker wordt om hulp daarheen te sturen, wordt het veel moeilijker de uitbraak bij de bron te stoppen", aldus Frieden. "En als dat gebeurt zal het virus zich nog maanden verspreiden, mogelijk zelfs naar andere landen, en daardoor zou het risico voor Amerikanen juist toenemen."

Maar Frieden heeft de publieke opinie niet mee. In een peiling in 2013 kwam de CDC nog naar voren als een van de positiefst beoordeelde overheidsinstanties. Maar sinds het recente debacle in een ziekenhuis in Texas, waarbij een met ebola besmette patiënt urenlang niet werd geïsoleerd en verpleegkundigen geen beschermende kleding kregen, is de reputatie van de CDC gekelderd.

De angst zit er goed in en het lijkt er voorlopig niet op dat de geest terug de fles in gaat. De voorstanders van het inreisverbod lijken al overtuigd van de overwinning in het debat. "De reisbeperkingen komen er", zei het Republikeinse Congreslid Billy Long vorige week.