Raad krijgt minder meldingen mishandelde kinderen

Redactie

De Raad voor de Kinderbescherming is de laatste acht jaar fors minder ingeschakeld om gevallen van kindermishandeling te behandelen. De daling is te verklaren omdat ouders steeds vaker vrijwillig meewerken aan het verbeteren van de gezinssituatie. Dat meldt Trouw op basis van cijfers van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

Tussen 2005 en 2013 daalde het aantal zaken dat de AMK doorschoof naar de Raad voor de Kinderbescherming tot ongeveer tien procent van het totaal aantal kinderen van wie de thuissituatie werd onderzocht. In 2005 was dat nog twintig procent. Ook in absolute aantallen daalt het aantal doorverwijzingen.

Volgens Bureau Jeugzorg, waar het AMK onder valt, weten ouders vaker het meldpunt voor kindermishandeling te vinden. "We kunnen nu vaak sneller de juiste hulp bieden en de situatie voor het kind weer veilig maken", aldus Jan-Dirk Sprokkereef, vice-voorzitter van Jeugdzorg Nederland. "De inbedding van het AMK in de Bureaus Jeugdzorg heeft absoluut tot een betere signalering van kindermishandeling geleid."

Het aantal onderzochte gevallen steeg de afgelopen acht jaar wel. In 2005 werd de gezinssituatie van zo'n negentienduizend kinderen onderzocht, in 2013 was dat aantal opgelopen tot ruim 33 duizend.