WNF: crisis in het dierenrijk

Redactie

Het aantal gewervelde dieren is in nog geen halve eeuw tijd met de helft afgenomen. Dat blijkt uit de belangrijkste graadmeter van het Wereldnatuurfonds (WNF) voor de stand van de biodiversiteit. Het dierenrijk heeft sterk te lijden onder de onhoudbare menselijke consumptie, zegt het WNF in zijn tweejaarlijkse Living Planet Report.

Met de Living Planet Index wordt het welzijn van tienduizend populaties van meer dan drieduizend soorten zoogdieren, vogels, vissen, amfibieën en reptielen weergegeven. Tussen 1970 en 2010 is een afname van 52 procent gemeten. Dat betekent dat de populaties dieren nog maar ongeveer de helft van de omvang hebben in vergelijking met veertig jaar eerder.

Vooral zoetwaterdieren lijden onder de vernietiging van hun leefomgeving. De afname onder dit soort dieren bedraagt 76 procent. Bij landdieren en zeedieren blijkt de afname zo'n 39 procent.

Het WNF stelt de ongebreidelde menselijke consumptie verantwoordelijk voor de verwoesting van de biodiversiteit. Leefomgevingen worden geëxploiteerd en gaan verloren, zegt de organisatie. Daarnaast spelen vervuiling, klimaatverandering, ziekte en de invoer van vreemde soorten een grote rol bij de afname.

Volgens het WNF is de ecologische voetafdruk van de mensheid inmiddels zo groot dat anderhalve wereldbol nodig is om de menselijke consumptie te bevredigen.