Dwangarbeid voor 'Amerikaanse spion' in Noord-Korea

De 24-jarige Amerikaan Matthew Miller is zondag in Noord-Korea veroordeeld tot zes jaar dwangarbeid. Miller stond terecht voor spionage en het illegaal binnendringen van het stalinistisch geregeerde land.

Volgens de rechtbank was Miller eropuit het Noord-Koreaanse 'gevangenisbestaan te ondervinden, zodat hij de mensenrechtensituatie kon onderzoeken'. Daartoe verbrandde hij in april bij zijn aankomst in Pyongyang zijn toeristenvisum en vroeg hij asiel aan, aldus de rechter. Miller krijgt niet de kans beroep aan te tekenen.

Een tweede in Noord-Korea opgepakte Amerikaan, de 56-jarige Jeffrey Fowle, hangt ook een rechtszaak boven het hoofd. Hij wordt ervan verdacht een bijbel te hebben achtergelaten in een nachtclub. Religie is verboden in de communistische natie en Noord-Korea staat al jaren bovenaan de lijst van landen waar christenen worden vervolgd. De 45-jarige Amerikaanse missionaris Kenneth Bae zit een gevangenisstraf van vijftien jaar uit, waarvan hij er inmiddels tweeënhalf jaar op heeft zitten.