Twee op drie nieuwe docenten denken over stoppen

Redactie

Van de startende docenten in het basis- en voortgezet onderwijs denkt 63 procent er wel eens aan het onderwijs te verlaten. Belangrijkste reden is de hoge werkdruk. Dat meldt het televisieprogramma Altijd Wat na onderzoek samen met de Algemene Onderwijsbond.

De hoge werkdruk wordt volgens de bijna 850 ondervraagde docenten vooral veroorzaakt door administratie, niet-lesgebonden taken en leerlingen die speciale zorg vereisen. Beginnende docenten geven hun baan desondanks toch een 7,2 als rapportcijfer.

Ongeveer veertig procent van de leerkrachten zegt slecht voorbereid te zijn op hun eerste jaar voor de klas. Meer dan negentig procent van de ondervraagden geeft aan behoefte te hebben aan begeleiding in het eerste jaar. De helft van de docenten in het basisonderwijs en twintig procent van de leraren in het voortgezet onderwijs werden naar eigen zeggen echter niet begeleid.

Startende docenten geven er relatief snel de brui aan. Een kwart van de starters zwaait binnen vijf jaar na afstuderen af. Over een paar jaar gaan veel oudere leraren met pensioen. Als de trend van uitvallers doorzet, ontstaat in 2020 een tekort van ongeveer vijfduizend docenten in het basisonderwijs.

Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) en haar staatssecretaris Sander Dekker (VVD) meldden eind vorige maand 1,2 miljard euro in het onderwijs te investeren. Het geld is onder meer bedoeld voor betere begeleiding van startende docenten. D66-Kamerlid Paul van Meenen stelt echter dat het geen nieuwe plannen zijn. "Het is opgewarmde prak die al dateert van het regeerakkoord. Er komt feitelijk voor onderwijs geen euro bij, er wordt een soort balletje balletje met onderwijsgeld gespeeld."