Bestrijding mensenhandel Cariben schiet tekort

Redactie

Curaçao, Aruba en Sint Maarten halen de minimale vereisten voor het bestrijden van mensenhandel op de eilanden niet. Dat staat in een Rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

De drie landen zijn autonoom, maar onderdeel van het Nederlandse Koninkrijk. Zij doen wel hun best om mensenhandel aan te pakken, maar maken nog weinig vooruitgang, concluderen de onderzoekers.

Vooral illegale migranten op Sint Maarten zijn kwetsbaar. Deze groep valt vooral ten prooi aan gedwongen arbeid in de seksindustrie, maar ook in de bouw, als huisbediende en in Chinese supermarkten is sprake van dwangarbeid en misbruik.

St. Maarten is een bron, doorvoerhaven en bestemming voor vrouwen, kinderen en mannen die onderworpen worden aan mensenhandel voor de prostitutie en dwangarbeid. In 2013 is er niemand aangehouden voor mensenhandel of -smokkel terwijl het eiland een grote populatie illegale immigranten heeft: Sint Maarten telt ongeveer vijftienduizend illegalen op een bevolking van veertigduizend inwoners.

Op Curaçao zetten de Amerikanen vraagtekens bij de wijze waarop legale bordelen hun vrouwen rekruteren. Daarmee doelt het rapport op Campo Alegre, een openluchtbordeel waar 120 prostituees werken uit Colombia, Venezuela en de Dominicaanse Republiek.

Ook de situatie van illegale arbeiders in de haven en de bouw is zorgelijk. Curaçao is aansprakelijk gesteld door een Amerikaanse rechtbank voor 'moderne slavernij' en moet vijftig miljoen euro schadevergoeding betalen aan drie Cubanen, die onder dwang in de haven moesten werken.

In Aruba lopen vooral vrouwen in de seksindustrie risico op uitbuiting en mensenhandel. In de bouw en de handel zijn met name Chinezen en Indiërs de dupe. Aruba heeft in 2013 voor het eerst mensen gearresteerd op verdenking van mensenhandel.