Meer ruimte voor vreemde talen op basisschool

Redactie

Basisscholen krijgen meer ruimte om al vroeg intensief met Engels, Duits of Frans aan de slag te gaan. Vanaf 1 augustus 2015 mogen zij vijftien procent van de onderwijstijd in een van deze talen lesgeven. Dit heeft de ministerraad vrijdag besloten na een voorstel van staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD).

Kinderen krijgen dan niet alleen bijvoorbeeld Engelse les, maar ook bij vakken als geschiedenis, biologie of gym mag Engels dan als instructietaal worden gebruikt. Het wetsvoorstel hierover wordt deze zomer voor advies naar de Raad van State gestuurd.

Meer dan duizend basisscholen bieden al vanaf de onderbouw een vreemde taal aan. De afgelopen jaren heeft een aantal basisscholen geëxperimenteerd met een vreemde taal als instructietaal bij andere vakken. De ervaringen waren zo goed dat nu alle scholen deze mogelijkheid wordt geboden, aldus het kabinet.

Les krijgen in een andere taal is volgens Dekker van de effectiefste manieren om een taal te leren. Zeker als kinderen hier op jonge leeftijd mee beginnen. Daarom begint komend schooljaar een vijfjarige pilot waarin twaalf Nederlandse basisscholen vanaf de kleuterschool dertig tot vijftig procent van de lestijd instructie geven in het Engels, Duits of Frans.

In 2015 mogen nog eens acht scholen daarmee experimenteren. Als in 2019 blijkt dat de proef een succes is, dan kan worden besloten om ook tweetalig onderwijs wettelijk mogelijk te maken.

In de huidige wetgeving zijn het Nederlands, en Fries in Friesland, de toegestane instructietalen voor het basisonderwijs en is Engels een verplicht vak. Scholen mogen daarnaast de vakken Duits en Frans aanbieden.