Bussemaker past verplichte rekentoets aan

De rekentoets die scholieren in het voortgezet onderwijs en het mbo moeten maken wordt aangepast. Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) volgt de aanbevelingen op die een commissie eind vorige maand deed. Volgens die commissie was de toets te moeilijk, omdat de vragen te lang zijn en te veel tekst bevatten.

Scholen zouden volgens de commissie, onder voorzitterschap van hoogleraar onderwijskunde Roel Bosker, meer tijd moeten krijgen om de rekencapaciteiten van hun leerlingen op het gewenste niveau te brengen. Ook de kwaliteit van de toets zelf moet onder de loep worden genomen, stelde de commissie.

Bussemaker schrijft vrijdag aan de Kamer de aanbevelingen van de commissie 'intergraal en onverkort' over te nemen. "De kwaliteit van de rekentoets moet niet ter discussie staan." Volgens de minister is de oproep van het rapport duidelijk. "Leerlingen mogen niet de dupe worden van onvolkomenheden in de rekentoets of van scholen die het rekenonderwijs nog niet op orde hebben."

Een slecht gemaakte rekentoets heeft nu nog geen gevolgen voor de scholieren. Pas vanaf 2015 telt het cijfer voor een deel van hen mee. Bussemaker wil aan die planning vasthouden, mits leerlingen niet de dupe worden.

"Dat betekent dat leerlingen in het vo en mbo 4 nog twee schooljaren onderwijs krijgen om de resultaten te verbeteren. De toetsen tellen mee vanaf het schooljaar 2015-2016. Voor mbo 2 en mbo 3 geldt dat de toetsen vanaf schooljaar 2016-2017 meetellen."

De rekentoets moet de rekenvaardigheden van een kleine anderhalf miljoen leerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo beter op orde krijgen. Een leerling die een 4 of lager haalt, mag geen eindexamen doen. Bij een 5 gelden aanvullende eisen.