Hoe het Tiananmenprotest verdween uit China

Redactie

Hoewel er honderden mensen om het leven kwamen, wordt het prodemocratieprotest op het Tiananmenplein in 1989 noch het brute neerslaan in China herdacht. Woensdag is het 25 jaar geleden dat de politie en het leger ingrepen en de demonstraties uit elkaar sloegen. Beijing wordt die dag niet gekenmerkt door herdenkingen, maar veeleer door een enorme aanwezigheid van opnieuw politieagenten en militairen op straat.

Het bespreken van de massamoord op het Tiananmenplein is in China een gigantisch taboe. De afgelopen weken werden tientallen als 'kritisch' bekend staande advocaten, wetenschappers, journalisten en kunstenaars opgepakt. Zondagnacht werd kunstenaar Guo Jian door de politie uit zijn huis gesleurd. Eerder belandden mensenrechtenadvocaat Pu Zhiqiang, journalisten Xin Jian en Gao Yu en activist Wang Aizhong in het gevang. Een van de oprichters van de Moeders van Tiananmen, die de nabestaanden van de slachtoffers vertegenwoordigt, is onder huisarrest geplaatst.

Het leek een kwarteeuw geleden zo veelbelovend. Terwijl vrijheid en democratie in het Westen al decennia als vanzelfsprekend werden ervaren en het communisme in Oost-Europa flinke scheuren begon te vertonen, leek China in 1989 aan de beurt om een democratisch land met burgerrechten te worden. Het kon de kroon zijn op het hervormingsprogramma dat leider Deng Xiaoping tien jaar eerder had ingezet. Met zijn kenmerkende uitspraak "Rijk worden is glorieus worden" zou China zich spoedig bij de kapitalistische landen kunnen voegen.

Het mocht niet zo zijn. Naast honderden doden werden talloze mensen gearresteerd en de demonstratie belandde voorgoed in de doofpot. De protesten haalden wereldwijd het nieuws, vooral een moment waarop een onbekende Chinese man het pad van een naderende tank blokkeerde. Ieder jaar haalt de Communistische Partij rond 4 juni de teugels flink aan om media-aandacht en iedere mogelijke herdenking in de kiem te smoren.

Het lijkt een haast onmogelijke taak: het uit het collectieve geheugen wissen van zo'n revolutionaire gebeurtenis in een land met 1,35 miljard inwoners. Toch lijkt Beijing hier redelijk succes mee te hebben gehad. Onder jongeren, de generatie geboren in de jaren tachtig en daarna, is het Tiananmenprotest nauwelijks bekend. De meeste van hen, opgegroeid in een nationalistisch en materialistisch China dat trots is op zijn economische groei, interesseren zich niet in deze reliek uit een ver en vreemd verleden.

"Over het algemeen doen ze (de jongeren, red.) niet hun best om er iets over te weten te komen", aldus hoogleraar journalistiek aan de Universiteit van Hong Kong Fu King-wa. "Zelfs als ze er iets over leren, geloven ze de versie die de regering schetst."

Dat laatste lijkt voor sommigen inderdaad te kloppen. "Het is zo lang geleden en de Chinese media hebben het er allang niet over", zegt de Chinees Steve Wang, geboren in 1989. "En nu proberen buitenlandse media er een grote heisa over te maken. Zij zijn er slechts op uit de negatieve kanten van China te belichten." Veel jongeren zien de protesten niet als iets dan hen aangaat.

Hoewel China sinds 1989 onherkenbaar is veranderd en gemoderniseerd, is er op het gebied van democratisering en mensenrechten nauwelijks vooruitgang geboekt. China is nog steeds een eenpartijstaat waarbij de gewone burger zo goed als geen politieke inspraak heeft. Mensenrechten als de vrijheid van meningsuiting, geloof en vereniging worden door de Communistische Partij met voeten getreden. Vorig jaar kreeg een journalist een partijdocument in handen dat de Chinese elite waarschuwt voor de gevaarlijke westerse noties van democratie, mensenrechten en de vrijemarkteconomie. De mediacensuur van vroeger heeft een opvolger gekregen in de massale censuur van Chinese social media. Wie op internet ook maar een vage toespeling op het Tiananmenprotest maakt, wordt direct gecensureerd en in sommige gevallen door de autoriteiten ondervraagd.

"Grote Chinese media doen alsof het nooit gebeurd is", zegt kritisch blogger Shi Shusi. "Steeds minder jonge mensen raken bekend met deze baanbrekende gebeurtenis. Er is geen mogelijkheid om de protesten te bespreken."

Sommige Chinezen laten het hier niet bij zitten. Ieder jaar bedenken bloggers codewoorden om subtiel te refereren aan het Tiananmenprotest. Het alomtegenwoordige censuurapparaat zit er bovenop om hier een stokje voor te steken, waardoor er een fel kat-en-muisspel ontstaat. Op 4 juni 2012 verbood China het gebruik van de term "Shanghai Composite Index". De beurs van Shanghai was die dag namelijk geopend op 2346,89 punten. Dat zou wel eens gelezen kunnen worden als het 23-jarige jubileum van de demonstraties op 4 juni 1989, zo was de vrees.

De protesten zijn niet het enige slachtoffer van de Chinese censuur. Ook Taiwan, Tibet en de religieuze Falun Gongbeweging zijn absoluut onbespreekbaar. De hongersnood die in de jaren vijftig en zestig na Mao Zedongs 'Grote Sprong Voorwaarts' aan ongeveer vijftig miljoen Chinezen het leven kostte heeft volgens de officiële Chinese geschiedschrijving nooit plaatsgevonden. Hoewel Mao niet langer wordt gezien als de held die hij tijdens zijn leven was, is het zeggen dat de Grote Roerganger tientallen miljoenen doden op zijn naam heeft staan anno 2014 nog steeds een doodzonde in China.

De Europese Unie heeft eerder deze week haar zorgen uitgesproken over de Chinese repressie. "Hoewel China de afgelopen 25 jaar enorme economische en maatschappelijke vooruitgang heeft geboekt, hoopt de EU ook op meer ruimte voor discussie en debat over China's recente geschiedenis", luidde een EU-verklaring. "Advocaten, journalisten en mensenrechtenactivisten moeten hun werk kunnen doen zonder hierbij te worden lastiggevallen." China heeft nog een lange weg te gaan voordat het land hieraan kan voldoen.