Protesten en geweld op Dag van de Arbeid

Redactie

Net als elk jaar op 1 mei zijn in de hele wereld mensen de straat opgegaan ter gelegenheid van de internationale Dag van de Arbeid. In Turkije en Cambodja waren demonstratieverboden van kracht en liepen protesten uit op gevechten met de ordediensten. In diverse andere landen gingen arme arbeiders de straat op om een hoger minimumloon en betere beschermingen op de werkvloer te eisen.

De betogers in Turkije wilden optrekken naar het Taksimplein, waar vorig jaar hevige protesten werden gehouden tegen de regering van premier Recep Tayyip Erdogan. De regering wil een herhaling hiervan voorkomen en had daarom de toegangswegen naar het Taksimplein afgezet. Onder meer in de wijk Besiktas liep een confrontatie tussen agenten en betogers uit op geweld. De politie zette traangas, waterkanonnen en rubberkogels in. Een parlementslid van oppositiepartij CHP zei tegen de krant Hürriyet dat de politie zelfs met scherp heeft geschoten.

De betogers bekogelden de agenten met stenen en andere voorwerpen. Een organisatie van Turkse advocaten zei tegen Hürriyet dat zeker vijftig mensen gewond raakten en 138 mensen zijn aangehouden.

In de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh kwam de oppositie samen bij het Vrijheidspark, dat was afgezet met prikkeldraad. De oppositie ligt al maanden in de clinch met de regering over de verkiezingen van vorig jaar. Die werden gewonnen door de partij van de autoritaire premier Hun Sen, maar volgens de oppositie verliep de stembusgang niet eerlijk.

Oppositieleiders spraken de betogers toe en schaarden zich achter hun eis voor een hoger minimumloon voor werknemers in de textielindustrie. Nadat de sprekers waren vertrokken ging de politie over tot de aanval. Met wapenstokken werd de betoging uiteengeslagen. Volgens mensenrechtenorganisatie Licadho raakten vijf mensen gewond.

In Moskou was de stemming aanzienlijk feestelijker. Voor het eerst sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 werd op het Rode Plein een parade gehouden ter ere van de Dag van de Arbeid. Ruim honderdduizend mensen waren naar het plein voor het Kremlin getrokken om mee te lopen in de parade. De bijeenkomst op het Rode Plein had niet alleen een nostalgisch tintje, de deelnemers speelden ook in op de recente annexatie van de Krim door Rusland. Aangenomen wordt dat president Vladimir Poetin de Dag van de Arbeid aanwendt om de nationalistische gevoelens van de gemiddelde Rus aan te wakkeren.

Ook in Bangladesh gingen duizenden betogers, veelal werknemers uit de textielindustrie, de straat op. Ze eisen dat de eigenaar van een fabriek die vorig jaar instortte, waarbij meer dan 1100 mensen omkwamen, wordt geëxecuteerd. De eigenaar, Sohel Rana, zit momenteel vast in afwachting van het onderzoek naar de instorting. Rana's fabriek was zonder de vereiste vergunningen gebouwd.

Betogingen in Maleisië, Hong Kong en de Filipijnen verliepen gemoedelijk. Ook hier werd opgeroepen tot hogere lonen en betere bescherming voor arbeiders.