Verdachte Decembermoorden naar internationaal hof

Redactie

De Surinaamse ex-militair Edgar Ritfeld (59) is ontevreden over de lange duur van het Decembermoordenproces. Hij trekt daarom naar een internationaal gerechtshof, waar hij hoopt dat zijn onschuld zal worden bevestigd. Ritfeld wordt samen met vierentwintig anderen, onder wie Desi Bouterse, verdacht van betrokkenheid bij de standrechtelijke executie van vijftien tegenstanders van het bewind in 1982 in Paramaribo.

Sinds de aanname van een omstreden amnestiewet in 2012 is het Decembermoordenproces door de Surinaamse krijgsraad geschorst. Ritfeld houdt echter zijn onschuld staande en ging daarom tegen de amnestiewet in beroep. De ex-militair wil door de krijgsraad worden vrijgesproken. Het Hof van Justitie gaf Ritfeld in januari gelijk, maar voorlopig blijft het Decembermoordenproces toch geschorst.

Ritfeld trekt daarom nu naar de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie (IACHR), een rechtsprekend orgaan van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). De OAS heeft in het verleden Suriname al meermaals veroordeeld, onder meer voor de slachting in het dorp Moiwana tijdens de burgeroorlog eind de jaren tachtig.

Ritfeld zegt tegen de Surinaamse krant De Ware Tijd erg boos te zijn. Hij vindt dat de rechtszaak, die in november 2007 begon, veel te lang duurt. Hij wil zijn naam gezuiverd zien door het IACHR. "Ik ben er zo moe van, al veertien jaar sta ik op een verdachtenlijst. Weet u wat het betekent wanneer mensen om je heen denken dat je bij de Decembermoorden bent geweest? Ik vecht om mijn zaak tot een einde te brengen", vertelt de luitenant in ruste.

Volgens Ritfeld had het Hof van Justitie, de hoogste rechtbank van Suriname, hem in januari al moeten vrijspreken. "Ik heb de nationale rechtsgang tot het uiterste gevolgd, zonder resultaat. In plaats van me vrij te spreken heeft het Hof van Justitie mijn zaak opnieuw verwezen naar de krijgsraad. Ik ben diep teleurgesteld dat ik als nationalist in het buitenland mijn recht moet zoeken."

Het is nog niet bekend wanneer Ritfeld zijn zaak zal indienen bij de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie.

Afgelopen maandag kwam de Surinaamse krijgsraad voor het eerst in meer dan een jaar weer bijeen. Op de zitting kregen de nabestaanden voor het eerst ooit het woord. Zij willen zich mengen in het proces, om nieuw bewijsmateriaal aan te dragen. Ze hopen ook dat de krijgsraad de amnestiewet naast zich neerlegt. De krijgsraad neemt op 28 juli een besluit over het verzoek.