Nabestaanden Decembermoorden willen worden gehoord

Harry

Nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden, de executie van vijftien tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse in 1982, hopen dat de krijgsraad van Suriname instemt met hun verzoek om voor de allereerste keer ooit ook zelf te worden gehoord. De krijgsraad komt maandag voor het eerst in dertien maanden weer bijeen, nadat een verdachte succesvol beroep had aangetekend tegen de amnestiewet, die alle 25 verdachten van de Decembermoorden moest ontslaan van strafvervolging.

De nabestaanden beroepen zich op artikel 8 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat stelt dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces. Suriname heeft dat verdrag in 1987 ondertekend. Het verzoek van de nabestaanden zal tijdens de zitting van maandag schriftelijk worden ingediend.

Tot voorheen waren de nabestaanden geen rechtstreekse partij in het Decembermoordenproces. "Ze hadden ervoor gekozen zich afzijdig te houden, omdat ze redelijk tevreden waren over de manier waarop het proces verliep. Tot in 2012 de amnestiewet werd aangenomen en de zaak werd geschorst", vertelt hun advocaat Hugo Essed aan Novum Nieuws. "Nu willen ze zich toch mengen in het proces om zelf de gelegenheid te krijgen rechtstreeks bewijsmateriaal aan te dragen",

De jurist hoopt dat de krijgsraad, als de nabestaanden zijn gehoord, beslist om de amnestiewet naast zich neer te leggen en de strafzaken tegen alle vijfentwintig verdachten te heropenen. Hoofdverdachte is Desi Bouterse, de huidige president van Suriname.

Al eind januari besliste het Hof van Justitie, het hoogste hof van Suriname, dat de zaak tegen één van de verdachten moet worden hervat. Het gaat om het proces tegen ex-militair Edgar Ritfeld, die beroep aantekende tegen de amnestiewet, omdat hij wil dat de krijgsraad zijn onschuld bevestigt.

De krijgsraad wordt voorgezeten door Cynthia Valstein-Montnor, die sinds 2011 ook waarnemend president was van het Surinaamse Hof van Justitie. Begin deze week zorgde zij voor beroering door onaangekondigd ontslag te nemen uit die hoge functie, wegens een ruzie binnen de rechterlijke macht. Ze blijft wel voorzitter van de krijgsraad.