Marcouch: kweek geen begrip voor overvallers Deurne

Harry

Bekenden van de overvallers, die omkwamen bij een overval op juwelier Goldies in Deurne, doen er niet goed aan hun daad te vergoelijken. "De opstelling moet zijn dat je van andermans spullen afblijft en al helemaal geen geweld gebruikt", zei PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch woensdagochtend in het televisieprogramma Vandaag de Dag.

Hij reageerde op uitlatingen die de zus en een vriend van de 20-jarige Abdel H.., een van de omgekomen overvallers, in de media hadden gedaan. Ze wezen erop dat H. een moeilijke achtergrond en geldproblemen had. "Als je met dat soort oorzaakberedenering bijna begrip hebt voor het plegen van een overval, dan is dat de verkeerde opstelling", zei Marcouch.

Het PvdA-Kamerlid benadrukte dat criminaliteit in Nederland nog altijd een keuze is. "Niemand hoeft te stelen om te leven. Degenen die stelen doen dat omdat er iets is misgegaan in hun opvoeding. Ze worden hebzuchtig, willen dure dingen en willen niet hard werken om dat te krijgen."

In een reportage van Powned werden verschillende jongeren aan het woord gelaten die zich niet bepaald afkeurend over de overval uitlieten. "Wat moet je dan als je geen werk hebt?", zei een van hen. Volgens Marcouch moedigen jongeren elkaar op deze manier bijna aan om het criminele pad op te gaan. "Dat is een heel fout subcultuurtje van de straat."

Ook voor de ouders ziet Marcouch een taak weggelegd. Als die hun zoon thuis zien komen met een dure scooter, zouden ze moeten vragen hoe hij daar aan komt. Ook zou een moeder achterdochtig moeten worden als ze een dure telefoon van haar zoon krijgt. Anders zou ze zijn criminele gedrag in stand houden.

Ouders zouden hun eigen verantwoordelijkheid meer moeten nemen. "De overheid kan de opvoeding niet overnemen. Ouders moeten zelf aan de bel trekken als het uit de hand loopt, bijvoorbeeld door de politie te waarschuwen."

Als de bewering van de zus van omgekomen H. klopt dat er een derde overvaller is en dat de Marokkaanse gemeenschap in Eindhoven weet wie hij is, dan is het volgens Marcouch in zijn belang dat hij wordt aangegeven. "Het helpt hem juist als hij zo vroeg mogelijk wordt aangegeven."

Gesloten gemeenschappen zouden vaak moeilijk te benaderen zijn door de politie. "En tegelijk ervaren mensen in die gemeenschappen een drempel om naar de politie te gaan. Er is angst voor wraak, of ze willen geen verrader zijn van iemand die op hen lijkt."