Onderwijsinspectie richt zich op goede scholen

De Inspectie van het Onderwijs gaat voortaan niet alleen zwakke scholen controleren, maar ook scholen die voldoende presteren. Hierdoor worden scholen die het al goed doen geprikkeld om nog beter te worden, staat in een voorstel van minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) en staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD).

De inspectie maakt nu nog geen verschil tussen scholen die met de hakken over de sloot een voldoende halen en scholen het goed doen of op een haar na 'excellent' zijn. Daarnaast stimuleert de focus op scholen die slecht presteren andere scholen niet om zichzelf steeds verder te verbeteren, vindt Dekker.

En juist door helder aan te geven waar het beter kan, worden scholen gemotiveerd om nog beter te gaan werken. Om het verschil in kwaliteit duidelijk te maken, hanteert de inspectie voortaan de categorieën 'voldoende', 'goed', en 'excellent'.

Deze andere werkwijze leidt ertoe dat de inspectie niet langer de 'politieagent' is die zwak presterende scholen tot de orde roept, maar gaat 'meedenken' met scholen die het al goed doen, zei Dekker vrijdag in een toelichting na afloop van de ministerraad. "Ik vind dat we in Nederland meer oog moeten hebben voor de kansen die er liggen voor heel veel scholen die redelijk of goed presteren."

De bewindsman ontkende dat de nieuwe werkwijze ten koste gaat van zwakke scholen. "Absoluut niet. Scholen die onder de maat presteren hebben een probleem en krijgen te maken met meer toezicht en worden eerder gesloten", aldus Dekker.