Torenstra herkent zich in Syrische vluchtelingen

Harry

Waldemar Torenstra ziet overeenkomsten tussen vluchtelingen uit Syrië en zichzelf. "Dit zou ik kunnen zijn als ik in een conflictgebied zou zitten", zegt de acteur en ambassadeur van de Nacht van de Vluchteling tegen Novum Nieuws. "Waar ik tijdens eerdere reizen voelde dat mijn leven heel anders was dan dat van de vluchtelingen die ik bezocht, komt het nu veel meer overeen."

"We denken bij vluchtelingenkampen vaak aan Afrika", zegt Torenstra, die deze week in Libanon zit om met eigen ogen te zien hoe de Syrische vluchtelingen daar leven. De acteur loopt op 29 mei mee in de Nacht van de Vluchteling, een veertig kilometer lange wandeltocht van Rotterdam naar Den Haag waarbij geld wordt opgehaald voor Syrische vluchtelingen.

"Hier ontmoet ik mensen die dezelfde ideeën hadden over het leven als wij. Mensen die gestudeerd hebben, die op vakanties gingen, die een buitenhuis hadden of als ze thuiskwamen een flesje wijn opentrokken en in het zonnetje gingen zitten", zegt Torenstra over zijn verblijf in Libanon. "Dat zij al jaren in een tentje of garagebox wonen, komt heel hard binnen."

De wanhoop van de Syrische vluchtelingen maakt bijzonder veel indruk op Torenstra. "Als ik vraag wat ze missen, zeggen ze: alles. Het is alsof je op een slechte camping bent beland waar je niet meer wegkomt." Libanon heeft sinds het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië een miljoen vluchtelingen opgevangen. Die vinden geen onderdak in grote vluchtelingenkampen, maar zoeken hun heil in de steden.

"Het doet me een beetje denken aan de Tweede Wereldoorlog, heel raar misschien", vertelt Torenstra, die als ambassadeur van de Nacht van de Vluchteling al vaker vluchtelingen bezocht. "Als ik hier in een buitenwijk van Beiroet sta, zie ik vier, vijf gezinnen in achterhuisjes zitten. Zeventig jaar geleden zaten er bij ons ook allemaal mensen weggestopt in boxen, met dezelfde etnische gevoeligheden."

Die spanningen ondervond Torenstra aan den levende lijve. De 39-jarige acteur werd donderdag met een team geëvacueerd uit het noorden van Libanon. "Het was daar te onrustig. We probeerden vluchtelingen te bezoeken, maar werden tegengehouden door een splintergroepering. De verwachting is dat de spanningen alleen maar toenemen, er waren ook bombardementen. Libanon staat onder hoogspanning, daar heeft ook de hulpverlening mee te maken."

Torenstra keert komend weekeinde huiswaarts, wat hem een 'verscheurd gevoel' oplevert. "Na zo'n week hier heb ik heel veel zin om weer thuis te komen, het rustig te hebben en bij mijn gezin te zijn. Tegelijkertijd denk ik ook: jeetje, ik laat al die mensen die ik hier superintens heb meegemaakt gewoon achter. Ik zou ook wel een paar maanden willen blijven om de mensen hier te helpen."

Met het thuisfront houdt Torenstra veel contact tijdens zijn verblijf in Libanon. "Ik hou Sophie op de hoogte van wat er gaande is", zegt hij over zijn vriendin Sophie Hilbrand. "Ze vertrouwt erop dat ik de risico's met de veiligheidsmensen hier goed in kan schatten. Gisteren voelde die evacuatie ook wel goed, omdat die heel secuur gebeurde. Dan realiseer je je toch weer hoe goed we het in Nederland hebben en dat het ook een beetje apart is om die veiligheid achter te laten om hier beelden te draaien."

De persoonlijke verhalen van de vluchtelingen en het vele verdriet blijven Torenstra nog lange tijd bij. "Ik ben me er nog meer van bewust geworden dat we met z'n allen op dit kleine aardklootje wonen en dat we een verantwoordelijkheid naar elkaar hebben."

Die verantwoordelijkheid geeft Torenstra zijn 4-jarige dochter Robin en bijna 2-jarige zoon Ravi nog niet mee. "Ik geloof dat zij nog te jong zijn om het te snappen. Ik heb uitgelegd dat papa naar een gebied gaat waar mensen het heel moeilijk hebben, dat mensen in tentjes leven. Dat begrijpen de kinderen wel, maar voor de rest is het voor hen nog zo'n ver-van-mijn-bed-show. Het is heel fijn dat zij nog even niet met dit soort ellende geconfronteerd hoeven te worden."