Onderzoek naar Tristan van der V. blijft geheim

Harry

De slachtoffers van de schietpartij in Alphen aan den Rijn krijgen geen inzage in een onderzoek naar de geestelijke gezondheidstoestand van schutter Tristan van der V. tijdens het incident. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald. Het hof volgt daarmee de uitspraak die de rechtbank in Den Haag vorig jaar deed.

Slachtoffers en nabestaanden vinden dat Van der V. nooit een wapenvergunning had mogen krijgen. Daar waren volgens hen genoeg signalen voor. Zij stelden daarom de overheid en de politie aansprakelijk voor de door hen geleden schade. Om hun zaak te kunnen onderbouwen eisten zij inzage in onderzoeken die voor en na de schietpartij naar de schutter zijn gedaan.

In bijna alle onderzoeken kregen zij na de uitspraak van de rechtbank al inzage, maar niet in een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Dat onderzocht hoe het was gesteld met de geestelijke gezondheid van Van der V. tijdens de schietpartij. Het onderzoek moest onder meer verklaren hoe hij tot zijn daad kwam en hoe kan worden voorkomen dat zoiets nog eens gebeurt.

In dat rapport staan volgens het hof 'zeer persoonlijke en vertrouwelijke gegevens over Tristan en zijn ouders'. Er is volgens het hof geen wettelijke grondslag voor de eis van de slachtoffers. Zij hebben geen recht dat zwaarder weegt dan het recht op privacy van de ouders.

Na de soortgelijke uitspraak van vorig jaar toonde advocaat Veeru Mewa zich niet bijzonder teleurgesteld. Hij wees er toen op dat hij negentig procent van de documenten die hij wilde hebben voor een bodemprocedure tegen de staat inmiddels in handen had. "Dat is genoeg informatie voor een kansrijke procedure."