Haagse rechtbank wil nader onderzoek naar Faro-ramp

Redactie

De oorzaak van de vliegramp in het Portugese Faro in 1992 moet nader worden onderzocht. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag bepaald. De zaak tegen de Nederlandse staat was aangespannen door dertig nabestaanden en slachtoffers.

De nabestaanden en slachtoffers vinden het onderzoek naar de ramp door de Portugese autoriteiten 'slecht'. Uit dat onderzoek bleek dat het slechte weer en windstoten tot het crashen van het vliegtuig hebben geleid. Uit een onderzoek dat de slachtoffers zelf hebben laten uitvoeren blijkt echter dat de piloten fouten hebben gemaakt en dat ze ten onrechte zijn vrijgepleit.

De rechtbank stelt daarom een onafhankelijke deskundige aan. Deze persoon moet de laatste zes minuten voor de crash opnieuw bekijken. Beide partijen krijgen de kans om een deskundige aan te dragen.

De slachtoffers stellen bovendien dat de voormalige Raad voor de Luchtvaart feiten heeft achtergehouden en dat ze daardoor op basis van onjuiste informatie hebben ingestemd met een schadevergoeding van vliegtuigmaatschappij Martinair. Ze willen daarom een extra schadevergoeding afdwingen.

In een andere zaak over de Faro-ramp die was aangespannen tegen Martinair, bepaalde de rechtbank in Amsterdam woensdag dat de vliegtuigmaatschappij niet aansprakelijk is voor het ongeluk.

De vliegramp in Portugal op 21 december 1992 kostte 56 mensen het leven. Het vliegtuig verongelukte tijdens de landing. Het was slecht weer. In de McDonnell Douglas zaten dertien bemanningsleden en 327 passagiers. Er vielen ongeveer honderd gewonden.