Stieg Larsson onderzocht moord op Zweedse premier

Redactie

Stieg Larsson heeft onderzoek gedaan naar de moord op de Zweedse premier Olof Palme in 1986. Dat schrijft de Zweedse krant Syd Nyheter dinsdag. Volgens de schrijver van de Millenium-trilogie werd Palme vermoord om zijn kritiek op apartheid in Zuid-Afrika. Larsson werkte tot aan zijn dood aan het onderzoek.

Larsson had ongeveer vijftien verhuisdozen met informatie die hij had verzameld over de moord. De sociaaldemocratische Palme werd in Stockholm op straat in zijn rug geschoten. De dader werd nooit gepakt. Het onderzoek van Larsson leidde naar Bertil Wedin, een Zweedse medewerker van de geheime dienst van Zuid-Afrika.

Larsson gaf de politie de tip dat Wedin achter de moord zat en stuurde de informatie door. De betrokkenheid van Wedin werd onderzocht, maar volgens de krant werd Wedin nooit verhoord. De oud-agent zegt niet de moordenaar van Palme te zijn. "Ik mocht Olof Palme totaal niet, maar ik haatte hem niet", zegt Wedin in de krant.

Larssons vriendin Eva Gabrielsson hielp hem bij het onderzoek. "Stieg ging kort nadat Palme werd doodgeschoten aan de slag", vertelt Gabrielsson. Larsson stortte zich op het onderwerp en zijn vriendin hielp waar ze kon. "Het eerste jaar na de moord brachten we een groot deel van onze vrije tijd door om de puzzel om te lossen", vertelt de weduwe van Larsson.

Larsson werkte voor een persbureau toen hij de moord onderzocht. De Zweedse schrijver overleed in 2004 op 50-jarige leeftijd. Hij heeft het succes van zijn thrillers over Lisbeth Salander en Mikael Blomkvist nooit meegemaakt.