Vliegtuigje crashte na onverantwoorde duikvlucht

De piloot van het sportvliegtuigje dat vorig jaar mei neerstortte in de Noordzee had een 'onaanvaardbaar' risico genomen door een duikvlucht te maken. De man hoopte dat het zicht op lagere hoogte beter zou zijn, maar botste vervolgens op het water. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Bij de crash van de Cessna 172P kwam de piloot, een 71-jarige man uit Sint Maartensvlotbrug, om het leven. De tweede inzittende, een 48-jarige fotograaf uit Bussum, raakte gewond. De twee waren op weg om een schip te fotograferen voor de kust van Egmond aan Zee toen het mis ging.

Het weer tijdens de vlucht was grauw met slecht zicht en plaatselijk dichte mist. De piloot hoopte dat het zicht op lagere vlieghoogte beter zou zijn en daalde daarom zo'n tweehonderd tot driehonderd voet. Omdat hij geen enkele referentie had klapte het vliegtuig onverwachts op de zee.

Uit het onderzoek bleek verder dat beide bemanningsleden geen schoudergordels droegen, wat hoogstwaarschijnlijk bijgedragen heeft aan de verwondingen. Beide slachtoffers wisten uit het vliegtuig te komen. De fotograaf kon de kustwacht alarmeren maar de reddingsactie werd bemoeilijkt door het slechte weer.