'Eerste overwinning in afluisterzaak tegen staat'

Redactie

De onthulling van het kabinet over de afluisterpraktijken van de Nederlandse inlichtingendiensten zijn 'een eerste, kleine overwinning'. Dat zeggen de organisaties en activisten die een rechtszaak tegen de staat hebben aangespannen naar aanleiding van het afluisterschandaal.

Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) en minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) biechtten woensdag in een brief aan de Tweede Kamer op dat het niet de Amerikaanse NSA was, maar de Nederlandse inlichtingendiensten die gegevens vastlegden over 1,8 miljoen telefoontjes.

Volgens Hennis komt het kabinet met de onthulling als gevolg van de rechtszaak van Burgers tegen Plasterk, onder wie de privacyactivisten Rop Gonggrijp en Brenno de Winter. De initiatiefnemers eisen dat de geheime diensten niet langer gebruikmaakt van gegevens die illegaal door buitenlandse diensten zijn verkregen.

De initiatiefnemers stellen dat de staat in een inhoudelijke reactie bevestigt dat de inlichtingendiensten gebruikmaken van gegevens van de NSA, ook al zijn die mogelijk verkregen door illegaal afluisteren. Het 'vertrouwen in het opereren van de buitenlandse dienst' is de grondslag voor 'het aangaan een voortzetten van de hechte samenwerkingsrelatie', citeren de initiatiefnemers uit het stuk.

Plasterk bracht zichzelf met de brief van woensdag in flinke politieke problemen. Eerder zei hij steeds dat het de Amerikanen waren die de 'metadata' opsloegen. De Tweede Kamer eist daarom tekst en uitleg. Plasterk moet eerst schriftelijke vragen beantwoorden, en dinsdag is er een debat.