Vijf heroïsche sportprestaties op Winterspelen

Maarten (rubbereend)

Veel atleten hebben in de geschiedenis van de Olympische Winterspelen bijzondere prestaties neergezet. Enkelen van hen deden dat echter op bijzondere wijze of onder moeilijke omstandigheden. Een top vijf van heroïsche prestaties:

1. Eric Heiden heerst in Lake Placid

De 21-jarige Amerikaanse schaatser Eric Heiden deed in 1980 wat voor onmogelijk werd gehouden. In Lake Placid was hij de beste op de 500 meter, de 1000 meter, de 1500 meter, de 5000 meter én de 10.000 meter. De clean sweep van Heiden veranderde het schaatsen. Iedereen kopieerde de trainingsmethodes van de Amerikaan. De schaatsplank, om zonder ijs toch de schaatsbeweging te kunnen oefenen, is niet meer weg te denken uit de kamers van schaatshelden in spe.

2. Dan Jansen wint de 1000 meter in Lillehammer Schaatser

Dan Jansen was in zijn tijd de beste sprinter op twee ijzers. Op de Olympische Spelen lukte het hem echter maar niet te winnen. Uiteindelijk won hij in zijn allerlaatste race in Lillehammer, zijn vierde Spelen, wel goud. In 1984 in Sarajevo werd Jansen als 18-jarige vierde op de 500 meter. Vier jaar later was Jansen wereldkampioen sprint en in Calgary de torenhoge favoriet. Kort voor de 500 meter kreeg hij echter te horen dat zijn zus Jane was overleden aan leukemie. Jansen startte toch, maar viel in de eerste bocht. Ook op de 1000 meter bleef de Amerikaan niet overeind.

In 1992 was er weer geen succes voor Jansen. Twee jaar later in Lillehammer deed Jansen voor de vierde en laatste maal mee aan de Spelen, zo kondigde hij al vooraf aan. Hij had als eerste de barrière van 36 seconden op de 500 meter geslecht en werd in 1994 wereldkampioen sprint. Een aantal misperen op de 500 meter leidden voor de favoriet slechts tot een achtste plaats.

Op de 1000 meter schaatste hij ook niet foutloos, maar klopte alles ineens wel. Hij scherpte het wereldrecord op zijn minder goede afstand aan en had eindelijk de gouden plak, die hij vervolgens aan zijn zus opdroeg.

De gouden race van Dan Jansen in 1994 (Bron: YouTube)

3. Miracle on Ice in 1980

Tijdens de Winterspelen van 1980 stuurden de Verenigde Staten een ijshockeyploeg van amateurs en universiteitsspelers. In de halve finale was de oppermachtige ploeg van de Sovjet-Unie, die de olympische titel al sinds 1964 in bezit had, de tegenstander. De Amerikanen knokten zich naar een 4-3 zege, een wonder.

Iedere Amerikaan die in 1980 twaalf jaar of ouder was weet zich het duel, dat als 'Miracle on Ice' de boeken in zou gaan, nog te herinneren. De finale, waarin de Amerikaanse ploeg Finland met 4-2 versloeg, is lang niet zo bekend.

4. Joannie Rochette wint brons in Vancouver

In 2010 in Vancouver mocht de 22-jarige Canadese kunstschaatsster Joannie Rochette in eigen land om de prijzen strijden. Vier dagen voor de vrije kür overleed haar moeder plotseling aan een hartaanval. Rochette zette door en overtrof zichzelf met een bronzen plak. Toen ze op het podium haar tranen de vrije loop liet, huilde heel Canada mee.

Joannie Rochette in actie tijdens de Winterspelen in Vancouver (PRO SHOTS/ZUMA Sports Wire)
Joannie Rochette in actie tijdens de Winterspelen in Vancouver (PRO SHOTS/ZUMA Sports Wire)

5. Hermann Maier valt en staat op in Nagano

De Oostenrijkse skiër Hermann Maier was in 1998 in Nagano de grote favoriet op de afdaling. Bij een sprong verloor hij echter zijn balans en vloog hij de netten in. Pas bij het derde net kwam hij tot stilstand. Maier hield niets over aan de gruwelijk ogende val. Een paar dagen later won hij de reuzenslalom en ook op de super-G was hij vervolgens de beste.