Grootste pensioenfondsen hoeven niet te korten

Redactie

Drie van de vier grootste Nederlandse pensioenfondsen hoeven niet te korten op hun pensioenen. De dekkingsgraad van de fondsen, waaronder het ambtenarenfonds ABP, was eind december hoog genoeg om maatregelen te ontlopen, zo blijkt vrijdag hun dekkingscijfers. Het Pensioenfonds van de Metalektro (PME) kwam daarentegen onder het vereiste niveau uit en overweegt de pensioenen te korten.

PME bereikte eind december een dekkingsgraad van 103,4 procent. Dat is fors minder dan 104,3 procent, de grens die De Nederlandsche Bank voor het fonds hanteert om ervoor te zorgen dat er ook voor toekomstige generaties nog voldoende pensioen over is. De dekking is wel een forse verbetering ten opzichte van een kwartaal eerder, toen de dekkingsgraad van PME op 101,9 procent uitkwam.

Ondanks de lage dekking weet PME nog niet zeker of het de pensioenen dit jaar gaat korten. Door de pensioenen met 0,9 procent te verlagen, zou het fonds weer aan de vereiste dekkingsgraad voldoen. Omdat 'de marges zo klein zijn' en verlaging 'een uiterste noodmaatregel' is, heeft PME naar eigen zeggen meer tijd nodig voor een besluit.

Het fonds voor de metalektro was eind september niet de enige pensioenvoorziener die de gevarenzone naderde. Ook het Pensioenfonds voor Metaal en Techniek (PMT) was toen met een dekking van 101,5 procent ruim verwijderd van het vereiste niveau. In het vierde kwartaal steeg de dekkingsgraad van PMT echter naar 103,8 procent.

Hoewel ook PMT net niet voldoet aan de vereiste dekking, denkt het fonds dat korten van de pensioenen niet nodig is. Eind januari was de dekkingsgraad al verder gestegen naar 104,4 procent, schrijft PMT. Bovendien heeft het fonds in 2013 extra maatregelen genomen, waardoor de dekking vanaf begin 2014 naar verwachting verder stijgt.

De twee grootste pensioenfondsen van Nederland, het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en het ABP, zaten eind december daarentegen ruimschoots boven het vereiste dekkingsniveau. De fondsen hebben daarom besloten hun pensioenen dit jaar te verhogen. ABP moest begin vorig jaar nog met een half procent korten.

Doordat het fonds voor ambtenaren en leraren eind 2013 uitkwam op een dekking van 105,9 procent, kan het ABP de verlaging van vorig jaar weer terugdraaien. De dekkingsgraad - die eind derde kwartaal nog 103,3 procent bedroeg - is echter niet hoog genoeg om de pensioenen mee te laten stijgen met de lonen in het onderwijs.

PFZW kan zich een dergelijke stijging wel veroorloven, met een dekking van 109 procent eind december. Het fonds voor werknemers in de zorg verhoogt de pensioenen dit jaar daarom met iets minder dan een procent. Ook eind derde kwartaal zat PFZW al ruim boven het vereiste niveau met een dekkingsgraad van 107 procent.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen het huidige vermogen van een pensioenfonds en de hoeveelheid pensioen die zij in de toekomst moeten uitbetalen. Om onderdekking, premieverhoging of korting te voorkomen, moeten fondsen voldoen aan een dekkingsgraad van 104,2 procent of hoger. Het precieze percentage verschilt per fonds. Voor elke euro pensioen die ooit uitbetaald moet worden, moeten fondsen dus ruim een euro en vier cent in kas hebben.