Thaise ambtenaren smeken om aan het werk te kunnen

Redactie

De protestleider, een monnik in een fladderend oranje gewaad, zat streng kijkend aan het hoofd van een lange hardhouten tafel, zijn nieuwe autoriteit in dit stukje Bangkok voor iedereen duidelijk zichtbaar. Voor hem stonden drie hoge Thaise ambtenaren die om toestemming smeekten om weer aan het werk te mogen, in kantoren in de straat waar zij twee weken eerder door antiregeringsaanhangers van de monnik waren buitengesloten.

Tienduizenden paspoortaanvragen stapelen zich op, zeiden ze. Faillissementsverklaringen moeten worden bekeken. Een derde ambtenaar wilde toegang tot de databanken met gegevens over het milieu. De man die namens de groep sprak, Bangkoks plaatsvervangende politiechef generaal-majoor Adul Narongsak, drukte zijn handpalmen tegen elkaar ten teken van respect en glimlachte zachtmoedig. "We smeken om uw genade."

De monnik, Luang Pu Buddha Issara, tuitte zijn lippen en antwoordde: "Boeddha leerde ons ooit dat gevolgen alleen komen door oorzaken. En op dit moment is de oorzaak deze regering."

Het was een moment van nederigheid voor premier Yingluck Shinawatra's regering, die 2,5 jaar geleden na een grote verkiezingsoverwinning aan de macht kwam. Die stembusgang werd gezien als een flinke afstraffing voor de elite, die de afzetting van haar broer Thaksin Shinawatra door het leger in 2006 had toegejuicht.

Maar het volksmandaat dat ze geniet, staat in schril contrast met scènes zoals deze, die aantonen hoe zwak Yinglucks regering is geworden tijdens de grootste antiregeringsdemonstraties van de afgelopen jaren. Het conflict stelt Bangkoks midden- en hogere klasse tegenover de arme plattelandsbevolking die Yingluck steunt en geprofiteerd heeft van haar beleid, waaronder de instelling van vrijwel gratis gezondheidszorg.

De demonstranten vormen een minderheid die geen macht kan verkrijgen door middel van verkiezingen, maar zij vormen wel een grote alliantie van oppositieleiders, royalisten en machtige zakenmannen die hun zinnen hebben gezet op het vertrek van Yinglucks regering, die zij beschuldigen van corruptie en wanbeleid.

In een wanhoopspoging om de crisis te bedwingen, ontbond Yingluck het parlement in december en schreef nieuwe verkiezingen uit, die zondag plaatsvinden. Maar de protesten verhevigden en Yingluck ziet zich steeds verder in een hoek gedreven. In Thaise rechtbanken zijn zaken aangespannen waarin moet worden bekeken of Yingluck en haar partij hun macht kan worden afgenomen en het leger laat de mogelijkheid open om tussenbeide te komen als de crisis niet vreedzaam wordt opgelost.

Ondertussen hebben de demonstranten enkele grote verkeersaders in Bangkok ingenomen. Ze hebben ook de ministeries omsingeld en ambtenaren gedwongen vanuit andere kantoren te werken. Burgers die iets van het ministerie willen, hebben vaak moeite de nieuwe locaties te achterhalen. Sommige ambtenaren proberen overheidsdiensten weer op te starten, maar tot nu toe met weinig succes.

"We moeten duidelijk uitleggen dat dit niet over politiek gaat. Dit gaat over de impact die de protesten hebben op het volk", zegt politiechef Adul. "We moeten duidelijk maken dat we niet proberen iets terug te pakken. We vragen slechts om ruimte om te kunnen werken."

De politie, die wordt veracht door de betogers en wordt beschouwd als regeringsgezind, heeft geprobeerd niet in te grijpen, om feller geweld te voorkomen én om te voorkomen dat het leger een reden heeft om op te treden.

De gesprekken tussen de monnik en de regeringsafgevaardigden leidden tot gemengde resultaten. De ambtenaar die voor de paspoorten kwam en die van het ministerie van milieu mochten niet naar binnen, maar Tawatchai Thaikyo van het ministerie van justitie zei te hopen dat hij maandag met zo'n honderd mensen weer aan het werk kan. Tawatchai noemde de monnik 'begripvol'. Er was echter wel één voorwaarde. Tawatchai moest de nacht op straat doorbrengen, samen met de betogers. En dat deed hij, woensdagnacht sliep hij in een tent.

"Mijn familie staat hier niet achter, ze vrezen voor mijn veiligheid", zei hij. "Maar ik heb hun gezegd dat ik een ambtenaar ben en dat ik mensen moet dienen. Als ik ontslag zou moeten nemen om ons terug aan het werk te krijgen, dan zou ik dat doen."