Nieuwjaarsviering in Dhaka verboden om onlusten

anoniem_22072019025900

De politie in de Bengalese hoofdstad Dhaka heeft maandag besloten de nieuwsjaarsviering te verbieden, om zo meer geweld te voorkomen. Inwoners van de stad moeten om 20.00 uur binnen zijn. Demonstraties of bijeenkomsten in de hoofdstad zijn niet toegestaan. Aanleiding zijn de onlusten die zondag en maandag uitbraken tussen aanhangers van de Bengalese regeringspartij Awami Liga en leden van de oppositie.

Maandag was het in Dhaka opnieuw raak: voor- en tegenstanders van de regeringspartij raakten bij het hooggerechtshof slaags. Ze bekogelden elkaar met stenen. Zondag ging het ook al mis, toen de politie een plan van de oppositie voor een grote demonstratie dwarsboomde. De oppositie wil dat de verkiezingen die voor volgende maand gepland staan worden opgeschort.

De grootste oppositiepartij, de Bengalese Nationalistische Partij, die wordt geleid door ex-premier Khaleda Zia, wilde zondag met een aantal andere partijen een massademonstratie houden. De politie verhinderde echter dat Zia haar huis kon verlaten. De plek waar de massademonstratie plaats had moeten hebben werd bovendien afgezet. Zia wilde haar achterban toespreken en er bij de Bengalese premier Sheikh Hasina op aandringen de verkiezingen af te blazen en de macht over te dragen aan een interim-regering. Die zou vervolgens nieuwe verkiezingen moeten organiseren.

Maandag kon Zia nog altijd haar huis niet verlaten. Hoewel het in Dhaka opnieuw tot onlusten kwam, was het elders in het land rustig. Zia had haar aanhang opgeroepen om het protest voort te zetten en wegen, spoorwegen en bruggen te blokkeren.

Hasina zei maandag geen problemen te hebben met protesten van de oppositie, maar wel met het geweld. Ze wil dat hier snel een einde aan wordt gemaakt. Eerder zei ze al dat de verkiezingen gewoon doorgaan, ondanks een boycot van de oppositie, om zo een constitutionele crisis te voorkomen. De Bengalese kiescommissie steunt de premier en wees op de grondwet waarin staat dat verkiezingen moeten plaatshebben negentig dagen voor het einde van de vijfjarige regeertermijn van de regering. Dat is op 24 januari het geval.

De verkiezingen staan gepland voor 5 januari. De Europese Unie, de Verenigde Staten en het Britse Gemenebest sturen geen waarnemers, maar de regering heeft desondanks beloofd dat verkiezingen op geloofwaardige wijze worden gehouden.

Sinds oktober zijn bij protesten in het land al meer dan honderdvijftig mensen om het leven gekomen. Er staan twee partijen tegenover elkaar: aan de ene kant een verbond van oppositiepartijen onder leiding van Zia, aan de andere kant de partij van Hasina. De premier beschuldigt Zia ervan mensen die veroordeeld zijn of berecht worden voor oorlogsmisdaden tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tegen Pakistan in 1971 te beschermen. De belangrijkste partner van Zia, de partij Jamaat-e-Islami, wil dat de regering de processen tegen haar leiders stopzet. Volgens Zia zijn de processen politiek gemotiveerd en hebben ze slechts tot doel de oppositie te verzwakken. De regering ontkent dit ten stelligste.