Cel geëist tegen piraten voor beschieten mariniers

Tegen vier Somalische verdachten van piraterij die in oktober vorig jaar Nederlandse mariniers in een hinderlaag lokten zijn voor de rechtbank in Rotterdam dinsdag gevangenisstraffen tot tien jaar geëist. Het Openbaar Ministerie beschuldigt het viertal van zeeroof en poging tot moord.

De mariniers werden onder vuur genomen toen ze voor de kust van Somalië een Iraans vissersschip wilden controleren tijdens een missie tegen piraterij. De mariniers zaten in drie hulpvaartuigen van het marineschip de Hr. Ms. Rotterdam. Terwijl ze voor de controle onderweg waren, werden ze plotseling onder vuur genomen met automatische wapens.

De vissersboot bleek te zijn gekaapt door piraten. De mariniers beantwoordden het vuur en ook vanaf de Rotterdam werd teruggevuurd. Door het vuurgevecht vloog de vissersboot in brand, waarop opvarenden overboord sprongen.

Terwijl de mariniers probeerden drenkelingen te redden, weren ze opnieuw onder vuur genomen vanaf de vissersboot en het strand. Toch wisten ze 25 drenkelingen aan boord te krijgen. Tussen de 25 mensen zaten de vier verdachten. "De verdachten hebben lafhartig een hinderlaag opgesteld en hierbij niet geschroomd om de gegijzelde bemanning als schild in te zetten", concluderen de officieren van justitie van het landelijk parket.

Tegen de verdachte die de leiding zou hebben gehad en extreem gewelddadig zou zijn geweest tegen de bemanning van de vissersboot werd tien jaar cel geëist. Twee andere verdachten hoorden een gevangenisstraf van acht jaar tegen zich eisen. Tegen de vierde verdachte werd zes jaar cel geëist, omdat hij kortere tijd op de gekaapte boot zou zijn geweest, maar wel zou hebben deelgenomen aan de beschieting van de Nederlandse mariniers.