Marten Fortuyn niet blij met proefverlof Van der G.

Harry

De Raad van Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) veegt tal van argumenten aan de kant door de moordenaar van Pim Fortuyn met proefverlof te laten gaan. Dat zegt Marten Fortuyn, de broer van de vermoorde politicus, in een reactie. "Ik ben niet blij met de uitspraak."

De raad weigert volgens Fortuyn allerlei aspecten te zien die wel hadden moeten worden meegenomen. Hij wijst erop dat Volkert van der G. eerder in een documentaire aangaf dat hij niet wist of hij opnieuw een moord zou plegen. "Ook in het vonnis staat dat er gevaar is op recidive. Hij heeft in al die tijd dat hij heeft vastgezeten niets geleerd en is niet tot inzicht gekomen", stelt Fortuyn.

De raad oordeelde eerder al dat een goede terugkeer in de samenleving zwaarder weegt dan eventuele onrust die hierdoor wordt veroorzaakt. Teeven zorgde er daarop voor dat Van der G. binnen de gevangenis een eigen ruimte kreeg om praktische zaken te regelen. Dat is volgens de RSJ niet toereikend, omdat het 'niet voorziet in enige vorm van verlof in de vrije maatschappij'.

Ook wijst de raad erop dat er geen signalen zijn dat een proefverlof tot maatschappelijke onrust leidt. Ook volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid is het risico hierop niet toegenomen. Van der G. moet daarom voor mei 'meermalen daadwerkelijk in de vrije samenleving kunnen verblijven'.

Hij moet zich uiterlijk op 1 februari buiten de gevangenis kunnen begeven, zo heeft de RSJ dinsdag geoordeeld in een beroepszaak die de moordenaar van Pim Fortuyn had ingediend tegen een besluit van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD).

Van der G. moet volgens de RSJ maandelijks in de gelegenheid worden gesteld om met verlof te gaan. Op korte termijn moet worden begonnen met zijn terugkeer in de samenleving. Voor Teeven bestaat volgens een woordvoerder geen mogelijkheid meer om een proefverlof nog te voorkomen.

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) heeft volgens Fortuyn ook genoeg argumenten aangevoerd om Van der G. vast te houden. "Blijkbaar is de wijsheid van deze raad dusdanig dat ze vinden dat het wel moest gebeuren. Na de eerste aanbeveling van deze raad verbaast mij dat eigenlijk niet." Ook beklaagt de broer zich erover dat hij wederom via de pers moet horen wat de uitspraak van de raad is. "Ik heb in het weekeinde nog een e-mailwisseling gehad met het ministerie van Veiligheid en Justitie om er zeker van te zijn dat ze onze nummers hebben, maar kennelijk lukt het maar niet."

De 44-jarige Van der G. zit sinds de dag van de moord, 6 mei 2002, in de cel. Hij werd in 2003 veroordeeld tot achttien jaar celstraf. In mei heeft hij er twee derde van zijn straf op zitten. Hij komt dan hoogstwaarschijnlijk voorwaardelijk vrij.