Doden bij plunderingen Argentinië

Harry

Politiestakingen in Argentinië hebben de afgelopen dagen tot massale plunderingen geleid. Rovende bendes wordt door de afwezigheid van de politie op veel plaatsen geen strobreed in de weg gelegd. Tot dusver heeft de chaos aan zeker vijf mensen het leven gekost. De regering zet agenten van de federale politie, grenswachten en leden van andere veiligheidsdiensten in om het ergste geweld te beteugelen.

In negentien van de 23 Argentijnse provincies eisen politieagenten dat hun loon wordt verhoogd om de inflatie, die inmiddels 25 procent bedraagt, bij te benen. In sommige provincies hebben de agenten hun zin gekregen, maar elders staken ze nog altijd. En het probleem speelt niet alleen bij de politie. Andere ambtenaren, zoals ziekenhuismedewerkers, eisen nu ook salarisverhogingen.

De plunderingen begonnen vorige week in de provincie Cordoba. Twee mensen kwamen om, honderden raakten gewond en honderden winkels en andere bedrijven liepen schade op. Uiteindelijk sloten de gouverneur en de politie een overeenkomst om het salaris te verhogen naar twaalfduizend peso's per maand. Dat komt neer op net geen veertienhonderd euro per maand.

In eerste instantie gaf de regering de gouverneur van Cordoba, een politiek tegenstander van president Cristina Fernandez, de schuld. Maar maandag werd duidelijk dat ook trouwe bondgenoten van de president met stakingen kampen.

Op videobeelden van de afgelopen dagen is te zien hoe winkelruiten worden ingeslagen en allerlei spullen worden meegenomen: van matrassen en mobiele telefoons tot kinderwagens en bier. De kabinetschef van president Cristina Fernandez omschreef de plunderingen als vooraf opgezette misdaden, die bedoeld zijn om chaos en angst te verspreiden. "Eigenlijk komt dit neer op hoogverraad", zei Jorge Capitanich.