Heibel om verkoop Hopi-maskers

Harry

Een omstreden veiling van maskers en andere artefacten van Amerikaanse indianen in Parijs heeft maandag ruim 1,1 miljoen euro opgebracht. De Amerikaanse regering had er bij het Franse veilinghuis Drouot tevergeefs op aangedrongen de veiling uit te stellen.

Volgens het veilinghuis was de verkoop van de maskers onder de Franse wet toegestaan. De veiling ging maandag dan ook door, maar wel met extra beveiliging. Hopi-indianen zijn fel tegen de verkoop omdat de maskers de geesten van hun voorvaderen voorstellen en geen handelswaar zijn.

De Amerikaanse ambassade had namens de Hopi- en San Carlos Apache-indianen een verzoek ingediend om de veiling uit te stellen, zodat de indianen naar Parijs konden reizen om de kunstwerken te bekijken en te onderzoeken of ze kunnen worden opgeëist onder een Unesco-verdrag.

De maskers vonden snel hun weg naar een nieuwe eigenaar. Een Hopi-masker ging voor 124 duizend euro van de hand, twee keer zo veel als was geraamd.

"Niemand zegt dat wij deze artefacten uit de musea moeten halen", zei Pierre Servan-Schreiber, een advocaat die optrad namens de Hopi. "Maar deze voorwerpen hebben een speciale betekenis voor een nog bestaand volk. Wanneer zullen mensen beseffen dat niet alles gekocht en verkocht kan worden?" Servan-Schreiber zei zelf een van de maskers te hebben gekocht om aan de Hopi terug te geven.