Haarlems standbeeld huilt

We zijn weer een mirakel rijker! Deze keer is het de beurt van Haarlem om een wonder te hebben. Afgelopen donderdag zag een man, die zichzelf Ongelovige Thomas noemt, op het stationsplein het standbeeld van Kenau en Ripperda huilen.

Nu valt er op het pleintje genoeg te janken, maar het is vrij ongebruikelijk dat deze taak wordt vervuld door twee in brons gegoten vrijheidstrijders van de Tachtigjarige Oorlog. Na Thomas verschenen er, zoals wel vaker gebeurt op een stationsplein, meer mensen ten tonele om het kersverse wonder te aanschouwen.

Meerdere mensen zeggen dat ze het bronzen gevaarte traantjes zag wegpinken. Thomas heeft zelfs een paar tranen opgevangen in een buisje dat hij normaal gesproken gebruikt om joints in te bewaren. Volgens deze objectieve waarnemer smaken de tranen naar zout water. Precies wat je van tranen verwachten zou.

Nadat bekend werd dat Kenau en Ripperda schijnbaar erg verdrietig zijn, hebben veel mensen, waarvan de meeste gewoon stemrecht hebben, bloemen en kaarsen neergelegd bij het beeld.