Duits dopinglab vindt 266 zondaars

Het dopinglaboratorium in Keulen heeft met een nieuwe dopingtest 266 dopinggevallen opgespoord. Dat heeft medewerker Hans Geyer vrijdag onthuld bij een antidopingconferentie van wereldvoetbalbond FIFA. De meeste dopingzondaars waren atleten, gewichtheffers en worstelaars. Alle gevallen zijn doorgegeven aan wereldantidopingagentschap WADA en de betreffende sportbond.

Het Keulse laboratorium gebruikte een nieuwe methode om steroïden te vinden, die in Rusland is ontwikkeld. Daarmee is het gebruik van anabole steroïden ook in kleinere hoeveelheden en langer na het gebruik te vinden.

Over het afgelopen jaar werden 184 gevallen van stanozololgebruik vastgesteld en 82 van het gebruik van dehydrochloormethyltestosteron. Dat laatste middel is in de voormalige DDR ontwikkeld en werd in de jaren zeventig en tachtig veelvuldig gebruikt door Oost-Duitse sporters.

Ook oudere dopingstalen worden op verzoek van sportbonden opnieuw getest. Daarbij krijgen de dopingspeurders in tien procent van de gevallen een positieve uitkomst. Geyer noemde dat percentage verrassend. "We hadden er niet zo veel verwacht."