Eigenaar vissersschip: beschuldiging ongegrond

De beschuldiging van het overboord gooien van te kleine vis door de schipper van het Nederlandse vissersschip dat vrijdag door de Ierse marine werd geënterd is ongegrond en disproportioneel. Dat stelt eigenaar van het schip Parlevliet en Van der Plas maandag.

De eigenaar laat maandag weten dat de Ierse inspectie de schipper verdenkt van highgrading, waarbij de beste vis wordt geselecteerd en de rest overboord wordt gegooid. De controleurs zouden aan boord van het schip, de Annelies Ilena, vijftig kilo horsmakreel hebben gevonden, waarvan zou worden vermoed dat deze vis zou worden afgedankt.

De rederij en de schipper wijzen de beschuldiging van de hand. Parlevliet en Van der Plas wijzen erop dat de vis nog aan boord was. Ook zou sprake zijn van een hele kleine hoeveelheid. "Het is alsof we worden aangehouden op verdenking van 50,00005 kilometer per uur rijden in de bebouwde kom", aldus directeur Diek Parlevliet. De waarde van vijftig kilo horsmakreel bedraagt volgens de eigenaar een paar tientjes.

Parlevliet en Van der Plas geeft verder aan dat het quotum voor horsmakreel nog lang niet vol is gevist. Het overboord zetten van te kleine vis is daarom volgens de eigenaar heel onlogisch.

Directeur Parlevliet stelt met veel vertrouwen naar de komende behandeling voor de Ierse rechter uit te kijken. De zaak komt op 10 december voor. Dinsdag wordt definitief over de hoogte van de borgstelling van het schip besloten.

De Annelies Ilena viste binnen de toegestane Europese vangstquota op horsmakrelen, bijna 200 kilometer ten noordwesten van Ierland. De vangst is bestemd voor de Afrikaanse markt.