CDA eist opheldering nieuwe Brusselse tegenvaller

Redactie

Oppositiepartij CDA wil weten waar de nieuwe Brusselse tegenvaller van 120 miljoen euro opeens vandaan komt. Tijdens het debat over de Europese top van vorige week vroeg Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) om opheldering bij premier Mark Rutte (VVD). Die liet Omtzigt echter met lege handen staan.

Vorige week werd duidelijk dat Nederland 120 miljoen euro naar Brussel moet overmaken, omdat de Europese Commissie door de crisis minder geld binnenkrijgt uit douaneheffingen. Die moeten de EU-lidstaten voor een groot deel afdragen aan Brussel. Dit geld komt boven op eerdere extra bijdragen die de commissie vroeg en kreeg, van 7,3 en 3,9 miljard. Nederland droeg daaraan 325 respectievelijk 175 miljoen euro bij.

Omtzigt wil weten waar deze nieuwe tegenvaller precies vandaan komt en waarvan hij wordt betaald. Ook vroeg de CDA'er wanneer Brussel precies aanklopte voor extra geld en of ook is geprobeerd om het tekort op te vangen binnen de eigen begroting van de EU. "Dit gebeurt niet overnight. Die tegenvaller komt ergens vandaan."

Rutte wilde helemaal niets kwijt over de kwestie. Die stond niet op de agenda van de Europese top, zei hij. "Dit heeft niets te maken met het onderwerp van het debat van vandaag." Hij wees Omtzigt door naar minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA).

Omtzigt noemde Ruttes antwoord teleurstellend. Hij wees erop dat het kabinet wel akkoord is gegaan. "Wij hebben totaal geen informatie gekregen. Dit raakt het elementaire budgetrecht en informatierecht van de Tweede Kamer", zei hij.

De CDA'er diende een motie in waarin hij het kabinet alsnog vraagt om duidelijk te maken waar de tegenvaller vandaan komt, waar die van betaald wordt en hoe de Tweede Kamer om toestemming is gevraagd. Ook wil hij weten welk effect het heeft op het begrotingstekort.

Het ministerie van Financiën liet vorige week weten dat het de nieuwe extra bijdrage als een 'technische operatie' ziet, omdat Nederland anders meer douane-inkomsten had moeten afdragen. Hoe de 120 miljoen euro precies wordt gefinancierd, bleef echter onduidelijk.