Steuntrekkers werken nog minder

Het aantal bijstandsontvangers dat vorig jaar uitstroomde naar werk is afgenomen naar krap acht procent. De toename in 2010 en 2011 naar rond de negen procent is daarmee afgebroken. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Eind 2011 telde Nederland 367 duizend mensen met een bijstandsuitkering. Gedurende 2012 vonden ruim 28 duizend van hen een baan, waarna de bijstand kon worden stopgezet.

Het aandeel bijstandsgerechtigden dat een baan vond is hiermee veel lager dan voor het uitbreken van de crisis. In 2007 vond nog vijftien procent van personen met bijstand een baan.

Vooral jongeren onder de 25 jaar vonden minder vaak werk. In 2011 vond nog bijna een op de drie jongeren met bijstand een baan. In 2012 was dat nog een op de vijf.

Met een uitstroom van twintig procent vinden nog wel altijd veel meer jongeren werk dan ouderen. In de categorie 55 tot 65 jaar vindt slechts ongeveer een procent een baan. "Met het oplopen van de leeftijd neemt het aandeel dat werk vindt af", ziet het statistiekbureau. "Dit komt vooral doordat ouderen vaker al lang in de bijstand zitten en verder van de arbeidsmarkt af staan."

Gemeenten voeren de Wet werk en bijstand uit. Het verschil in uitstroompercentage tussen gemeenten is groot. Zo was van de steden met meer dan honderdduizend inwoners Zoetermeer het succesvolst. Bijna veertien procent van de bijstandgerechtigden daar kregen een baan. In Arnhem werd met vijf procent het minst vaak een baan gevonden.