Opstelten en gemeenten bespreken prositutiebeleid
Het rijk en gemeenten hebben afspraken gemaakt over de uitvoering van het prostitutiebeleid. Dat maakte minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) maandag bekend na afloop van een overleg op zijn ministerie met gemeenten die veel met prostitutie en mensenhandel te maken hebben.
De afspraken gaan onder meer over de sociaaleconomische positie van prostituees. Die hebben nu vaak moeilijk toegang tot banken en verzekeraars. Daar moet een eind aan komen, zei burgemeester van Utrecht Aleid Wolfsen (PvdA), ook aanwezig bij het gesprek. Hij wees erop dat de prostitutie een legitiem beroep is, dus dat prostituees niet mogen worden gediscrimineerd.
Ook moeten gemeenten een 'contactmoment' gaan organiseren met vrouwen die overwegen om prostituee te worden. "Het zou ontzettend goed zijn om even te spreken met een hulpverlener, om te weten waar je instapt", zei Wolfsen. "Daar hechten we zeer aan." Nu de registratieplicht geen deel meer uitmaakt van de wet kunnen gemeenten op deze manier toch aan de gegevens van prostituees komen, voor het geval 'er een keer wat misgaat', zei Wolfsen.
Verder komt er een register van 'best practices', zodat gemeenten kunnen kijken welke aanpak werkt. Ook malafide bordeelhouders komen in dit register, zodat zij niet in een andere gemeente aan de slag kunnen.
Rijk en gemeenten hebben besloten om als 'één overheid' te gaan optreden, zei Opstelten. Hij werkt momenteel aan een aanpassing van zijn omstreden prostitutiewet, en dan is het belangrijk om te weten dat de gemeenten ook met de nieuwe regelgeving aan de slag kunnen.
Opstelten stuurt de uitwerking van de gemaakte afspraken samen met de herziene wet naar de Eerste Kamer. Als het aan de bewindsman ligt, treedt zijn wet volgend jaar juli in werking.
De senaat stuurde Opstelten in juli terug naar de tekentafel. De Eerste Kamer schrapte de registratieplicht en de vergewisplicht die het kabinet aanvankelijk wilde invoeren. De prostitutiewet omvat nu alleen nog een vergunningstelsel voor seksbedrijven en de verhoging van de minimumleeftijd voor prostituees van 18 naar 21 jaar.
Prostituees hoeven zich niet meer verplicht te laten registeren en ook de vergewisplicht, die de hoerenloper opdraagt om zelf na te gaan of de vrouw die hij bezoekt wel legaal werkt, gaat niet door.